Staatssecretaris Vijlbrief vindt het een positief signaal dat de VS pleiten voor mondiale afspraken over een minimumniveau van belastingheffing. Dit antwoordt hij op Kamervragen over het artikel ‘één mondiaal minimumtarief voor winstbelasting’.
Het artikel ‘één mondiaal minimumtarief voor winstbelasting’ bespreekt het pleidooi van de minister van Financiën, Janet Yallen, van de Verenigde Staten voor mondiale afspraken over een minimumniveau van belastingheffing voor grote multinationals. Dat de Verenigde Staten nu pleiten voor sterke wereldwijde afspraken hierover vindt hij een positief signaal. De uitlatingen van Yallen laten zien dat de Verenigde Staten volledig gecommitteerd zijn aan het vinden van een multilaterale oplossing met 139 landen in het Inclusive Framework. Nederland steunt het doel van het Inclusive Framework om halverwege 2021 tot overeenstemming te komen over een herziening van het internationale belastingsysteem. Vijlbrief ziet deze ontwikkeling als een forse stap in de goede richting om dat doel te bereiken.
Belastingconcurrentie verminderen
Mondiale afspraken over een minimumniveau van belastingheffing zijn een goed middel om belastingconcurrentie te verminderen. Bovendien kunnen dit soort internationale afspraken bijdragen aan de aantrekkelijkheid van het Nederlandse vestigingsklimaat voor het reële bedrijfsleven volgens Vijlbrief.
De maatregelen die in het Inclusive Framework worden besproken om een minimumniveau van belastingheffing te waarborgen, verschillen van de voorstellen van de Europese Commissie voor een CCCTB (Common Consolidated Corporate Tax Base ofwel de gemeenschappelijke geconsolideerde belastinggrondslag). De CCCTB ziet op het creëren van een gemeenschappelijke geconsolideerde belastinggrondslag zodat er een Europees gelijk speelveld wordt gecreëerd. Op basis van de CCCTB zou in alle EU-lidstaten op dezelfde manier de belastbare winst worden berekend en wordt grondslaguitholling in de EU tegen gegaan. De CCCTB heeft daarmee tot gevolg dat de soevereiniteit van lidstaten wat betreft de invulling van de winstbelasting verder wordt ingeperkt. Op basis van de voorstellen die in het Inclusive Framework worden besproken, wordt achteraf gekeken of er feitelijk genoeg belasting is geheven. Als dit niet het geval is, kan extra belasting worden bijgeheven om een minimumniveau van belastingheffing te bereiken. Daarnaast zet dit OESO-initiatief erop in om een wereldwijd gelijk speelveld te creëren. Kortom, beide systemen kunnen eraan bijdragen om het risico op een zogenaamde race to the bottom tegen te gaan.
Nederland zal zich ervoor blijven inzetten om halverwege 2021 overeenstemming te bereiken over effectieve en (ook voor ontwikkelingslanden) uitvoerbare afspraken over de herziening van het internationale belastingsysteem. Ook in G20-verband zal Nederland zich voorstander blijven tonen van het werk dat in de OESO wordt gedaan, aldus de staatssecretaris.
Bron: Beantwoording Kamervragen over 1 mondiaal minimumtarief voor winstbelasting, nr.2021-0000082903, Ministerie van Financien, 29 april 2021 en Beantwoording Kamervragen over bericht ‘Janet Yallen calls for global minimum corporate tax’, nr. 2021-0000082909, Ministerie van Financien, 29 april 2021
Geef een reactie