Staatssecretaris Vijlbrief wil met een wetswijziging een oplossing bieden voor minderjarige wezen waarbij het in rekening brengen van invorderingsrente niet wenselijk is en waarbij het mogelijk is om renteloos uitstel van betaling te verlenen. Dit antwoordt de bewindsman op Kamervragen over het bericht ‘Linda’s zoon (13) is over een paar maanden wees: ‘Ik wil hem goed achterlaten’
Het consumentenprogramma Kassa besteedde in november 2020 aandacht aan de zaak van Milo. Zijn moeder is ongeneeslijk ziek en zijn vader is al overleden. Als zijn moeder overlijdt wil hij graag in het huis blijven wonen, wat inmiddels is afbetaald. Maar hij moet dan wel € 45.000 euro erfbelasting betalen.
In de Algemene wet inzake rijksbelastingen is de zogenoemde hardheidsclausule opgenomen. Deze geldt ook voor de erfbelasting. Op grond van de hardheidsclausule kan een tegemoetkoming (vermindering) van belasting worden verleend als sprake is van een ‘onbillijkheid van overwegende aard’. De hardheidsclausule ziet op de heffing van erfbelasting. De betaling van verschuldigde erfbelasting moet daarvan worden onderscheiden.
Als een kind erft van zijn ouder is de eerste circa € 21.000 aan waarde vrijgesteld van erfbelasting. Over de volgende ruim € 126.000 is 10% erfbelasting verschuldigd en over de resterende waarde 20%. De vrijstelling van € 21.000 geldt voor ieder kind, ongeacht de leeftijd. Vóór 2010 werd ook rekening gehouden met de leeftijd van het kind. Hoe jonger het kind was, hoe hoger de vrijstelling.
Vermindering erfbelasting niet mogelijk binnen huidige regelgeving
Bij de herziening van de Successiewet 1956 per 1 januari 2010 heeft de wetgever er echter bewust voor gekozen om de getrapte vrijstelling voor jonge kinderen te laten vervallen en daarvoor in de plaats slechts één bedrag voor de verkrijging door een kind in wet op te nemen. Hoezeer Vijlbrief ook meevoelt met de trieste omstandigheden van de situatie, de heffing van erfbelasting met inachtneming van de kindvrijstelling en het kindtarief is een voorzien gevolg van de wetgeving. Het verlenen van een vermindering van erfbelasting met toepassing van de hardheidsclausule is daarom niet mogelijk. Ook de persoonlijke omstandigheden waarin de erfgenaam verkeert, kunnen daar geen verandering in brengen.
Uitstel erfbelasting
De wettelijke vertegenwoordiger van het kind kan schriftelijk een verzoek om uitstel van betaling indienen. In beginsel kan hij een betalingsregeling van maximaal twaalf maanden verzoeken. In bijzondere omstandigheden kan de Ontvanger een langere betalingsregeling gunnen. Dat kinderen in gevallen als deze onder de huidige regelgeving niet zonder meer recht hebben op langdurig uitstel van betaling, vindt Vijlbrief niet wenselijk. Bovendien zou ingeval van langdurig uitstel invorderingsrente verschuldigd zijn, wat voor een kind uiteindelijk kan leiden tot een aanzienlijke schuld. Dat is niet gewenst. Vijlbrief is van plan om door middel van een wijziging in wet- en regelgeving een oplossing te bieden voor deze en andere schrijnende situaties waarbij het in rekening brengen van invorderingsrente niet wenselijk is en het gewenst is om renteloos uitstel van betaling te verlenen. Voor de wet is aangepast, komt hij al met een ‘beleidsbesluit’ om de kinderen tegemoet te komen.
Geef een reactie