Bv’s waarvan de activiteiten voor minstens 90% bestaan uit het houden van deelnemingen of het financieren van verbonden lichamen, willen nogal eens fiscale verliezen lijden. Deze verliezen zijn alleen te verrekenen met de winsten van boekjaren waarin de bv voor 90% of meer soortgelijke werkzaamheden verrichtte. Als de bv voor een deel van het jaar bezig was met de voorbereiding op of afronding van zulke activiteiten, kwalificeert de bv in die periode ook als houdster- of groepsmaatschappij.
Normale verliesverrekening
Normaal gesproken kan een bv een verlies verrekenen met de winst uit het voorgaande jaar (achterwaartse verliesverrekening) en/of de winsten van de volgende negen jaren (voorwaartse verliesverrekening). Verliesverrekening vindt plaats in de volgorde waarin de verliezen zijn ontstaan en de belastbare winsten zijn gemaakt.
Verliesverrekening bij holding
Holdings lopen tegen een extra beperking aan. Een bv mag een verlies uit een boekjaar waarin zij kwalificeert als een houdster- of groepsfinancieringsmaatschappij namelijk alleen verrekenen met de winst uit een boekjaar waarin:
- zij ook kwalificeert als een houdster- of groepsfinancieringsmaatschappij; en
- het saldo van de vorderingen op minus de schulden aan verbonden lichamen gedurende minstens 90% van dat jaar niet hoger is dan dit saldo aan het einde van het jaar waarin de bv het verlies heeft geleden. Deze tweede voorwaarde is echter niet van toepassing als de bv aannemelijk maakt dat de wijziging van het saldo niet voor meer dan 50% was gericht op het verruimen van de verliesverrekening.
Houdster- en financieringsmaatschappij
De Belastingdienst bestempelt een bv als een houdster- of groepsfinancieringsmaatschappij als gedurende minstens 90% van het boekjaar de activiteiten van die bv voor 90% of meer bestaan uit het aanhouden van deelnemingen of het financieren van verbonden lichamen. De fiscus gaat er in ieder geval vanuit dat een bv geen houdster- of groepsfinancieringsmaatschappij is als minimaal 25 werknemers van de bv andere werkzaamheden verrichten dan houdster- of groepsfinancieringsactiviviteiten. Dit moet men controleren op basis van de volledige werktijd van de werknemers.
Achtergrondbepaling
De beperking van de verliesverrekening voor holdings heeft de volgende achtergrond. Het aanhouden van een deelneming zal een holding vaak per saldo een aftrekpost opleveren. (Positieve) resultaten uit een deelneming vallen immers onder de deelnemingsvrijstelling terwijl de kosten voor het aanhouden van die deelneming aftrekbaar zijn. De wetgever wil niet dat een bv verliezen uit holdingactiviteiten zomaar verrekent met winsten uit gewone ondernemingsactiviteiten.
Geen activiteiten
Sinds 1 januari 2016 is in de wet opgenomen wat de gevolgen zijn als een bv een deel van het jaar kwalificeert als holding en in een ander deel van het jaar:
- (nagenoeg) geen activiteiten verricht;
- voor minstens 90% werkzaamheden verricht in voorbereiding op het gaan houden van deelnemingen of financieren van verbonden lichamen; of
- voor minstens 90% werkzaamheden verricht in verband met de beëindiging van het houden van deelnemingen of financieren van verbonden lichamen;
In dat geval stelt de wet dat de bv in het andere deel van het jaar ook kwalificeert als een houdster- of financieringsmaatschappij voor de toepassing van de verliesverrekening.
Geef een reactie