Staatssecretarissen Van Rij en De Vries informeren de Tweede Kamer over de voorgenomen wijzigingen van de percentages voor de belasting- en invorderingsrente.
Het kabinet is van plan om per 1 januari 2024 de nieuwe systematiek voor de vaststelling van de percentages voor de belasting- en invorderingsrente in werking te laten treden.
Belastingrente voor de Vpb, de BB en de solidariteitsbijdrage
Onder de voorgenomen systematiek zal de belastingrente voor de Vpb, de BB en de solidariteitsbijdrage worden vastgesteld op de ECB-rente voor basisherfinancieringstransacties, vermeerderd met 5,5 procentpunt. Deze rente wordt bij vaststelling afgerond op halve procentpunten. Daarnaast zal voor deze rente een minimum gelden van 5,5 procent. Hierbij geldt dat dit rentepercentage tot de inwerkingtreding van het nieuwe voorgenomen percentage is vastgesteld op 8 procent. Het rentepercentage wordt eenmaal per jaar vastgesteld, gebaseerd op de laatst gepubliceerde ECB-rente voor 31 oktober van dat jaar en in werking treden per 1 januari van het daaropvolgende jaar. Deze wijziging betekent een verlaging van de belastingrente voor de Vpb, de BB en de solidariteitsbijdrage met 2,5 procentpunt, ten opzichte van het beleid dat gold tot 1 maart 2023 (waarbij de belastingrente gelijk was aan de wettelijke rente voor handelstransacties – ECB-rente vermeerderd met 8 procentpunten – met een minimum van 8 procent). Ook het minimumpercentage is met 2,5 procentpunt verlaagd naar 5,5 procent.
Belastingrente voor de overige belastingmiddelen
Met de voorgenomen systematiek zal de belastingrente voor overige belastingmiddelen worden vastgesteld op de ECB-rente voor basisherfinancieringstransacties, vermeerderd met 3 procentpunt. Deze rente wordt bij vaststelling afgerond op halve procentpunten. Daarnaast zal voor deze rente een minimum gelden van 4,5 procent. Het rentepercentage wordt eenmaal per jaar vastgesteld, gebaseerd op de laatst gepubliceerde ECB-rente voor 31 oktober van dat jaar en in werking treden per 1 januari van het daaropvolgende jaar. Deze wijziging betekent, voor afronding, een stijging van het belastingrentepercentage voor de overige belastingmiddelen met 0,75 procentpunt. Dit geeft vorm aan de wens van het kabinet om de belastingrentepercentages meer naar elkaar toe te laten bewegen.
Rente voor toeslagen
Naast de hiervoor beschreven renteregeling voor belastingen bestaat ook voor toeslagen een eigen renteregeling. Per 1 juli 2023 is deze rente vastgesteld op 6 procent. De wettelijke rente bedroeg tot en met 30 juni 2023 4 procent. Eerder is aangegeven dat het kabinet het onwenselijk vindt om de rente die gerekend wordt ten aanzien van toeslagen mee te laten stijgen naar 6 procent, omdat een stijging van de rente op de terugvorderingen de impact die de terugvorderingen op toeslagontvangers vergroot. Daarom wordt op korte termijn een wetsvoorstel bij de Kamer ingediend met het voorstel de wettelijke koppeling tussen de rente bij toeslagen en de belastingrente voor overige belastingmiddelen los te laten. Ook bevat dit wetsvoorstel een voorstel waarmee het mogelijk wordt om met betrekking tot de in rekening te brengen rente een ander percentage vast te stellen dan met betrekking tot de te vergoeden rente. Het wetsvoorstel zal met terugwerkende kracht tot 1 juli 2023 voorstellen om de rente over terugvorderingen al per 1 juli 2023 op 4 procent te handhaven. De stijging van de rente over nabetalingen naar 6 procent per 1 juli 2023 zal wel worden gevolgd, aangezien het handhaven van deze rente op 4 procent ten opzichte van het volgen van de huidige wettelijke systematiek benadelend zou zijn voor de betrokken huishoudens. Per 1 januari 2024 zullen beide percentages worden vastgesteld op 4 procent.
Invorderingsrente belastingen en toeslagen
De invorderingsrente wordt voor alle belastingmiddelen en voor toeslagen vastgesteld op 4 procent. Mede afhankelijk van de ontwikkelingen van de ECB-rente en het gedrag van belastingplichtigen dient overwogen te worden om in de toekomst het percentage voor de invorderingsrente te indexeren of alsnog op een bepaalde manier te koppelen aan de ECB-rente. Het wordt niet wenselijk geacht dat de rente voor toeslaggerechtigden stijgt. Dit geldt ook voor rente die in rekening gebracht kan worden in geval er sprake is van een navordering van toeslagen (invorderingsrente). Daarin ligt het op dit moment meer voor de hand om voor de gehele populatie aan te sluiten bij het lagere percentage van 4 procent. Dit betekent ook dat er op dit moment geen invulling kan worden gegeven aan het doel om de percentages van de invorderingsrente en de belastingrente meer naar elkaar toe te laten bewegen. Op het moment dat differentiatie tussen de invorderingsrentepercentages voor belastingen en toeslagen wel mogelijk is, zal deze keuze worden heroverwogen.
Geef een reactie