De voorwaarden van de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (Tozo) zijn bekendgemaakt. De regeling wordt uitgevoerd door gemeenten en geldt vooralsnog tot 1 juni.
Vanuit de Tozo kunnen zelfstandigen een beroep doen op twee voorzieningen: inkomensondersteuning en een lening voor bedrijfskapitaal. De regeling lijkt op de bijstand voor zelfstandigen (Bbz). Zo zijn de bedragen die worden gehanteerd gebaseerd op het sociaal minimum, het bedrag dat mensen nodig hebben voor levensonderhoud. Onder levensonderhoud vallen kosten zoals boodschappen en huur.
Om inkomensondersteuning te verkrijgen, moet de zelfstandige verklaren dat hij verwacht dat als gevolg van de coronacrisis zijn inkomen de komende drie maanden minder zal zijn dan het sociaal minimum. Het inkomen wordt dan maximaal drie maanden aangevuld. Hierbij geldt voor gehuwden en samenwonenden dat het inkomen wordt aangevuld tot een bedrag van 1.500 euro netto en voor alleenstaanden tot 1.050 euro netto. Het betreft een gift en hoeft dus niet te worden terugbetaald.
Zelfstandigen die meer verdienen dan de bijstandsnorm, of naast hun onderneming meer loon ontvangen uit een regulier dienstverband dan bijstandsnorm, krijgen geen aanvulling. Voor een echtpaar of samenwonenden (met kinderen) waarvan beide partners zelfstandige ondernemer zijn is 1.500 euro netto het maximumbedrag dat wordt uitgekeerd, conform de regels van de Participatiewet. De regeling geldt vooralsnog tot 1 juni 2020. Zelfstandig ondernemers die als gevolg van de coronacrisis in liquiditeitsproblemen komen, kunnen een lening voor bedrijfskapitaal aanvragen van maximaal 10.157 euro met een rente van 2%. Deze is binnen vier weken beschikbaar. De maximale looptijd van de lening is drie jaar. Tot januari 2021 hoeft niet te worden afgelost.
Versnelde procedure
In vergelijking tot de Bbz bevat de Tozo versoepelde voorwaarden en een versnelde procedure. Een aanvraag voor de Tozo wordt zo veel mogelijk digitaal gedaan en kan binnen vier weken worden afgerond, in plaats van de gebruikelijke 13 weken.
Voorwaarden
De zelfstandig ondernemer moet bij de aanvraag verklaren dat zij verwachten dat als gevolg van de coronacrisis hun inkomen de komende drie maanden minder zal zijn dan het sociaal minimum. Wanneer dit achteraf anders blijkt te zijn, moet de zelfstandige dit doorgeven aan de gemeente. De versoepeling houdt in dat er geen onderzoek wordt gedaan naar de levensvatbaarheid van het bedrijf. Daarnaast hebben het vermogen (zoals een spaarrekening en huisbezit) en het inkomen van de partner geen invloed op de tegemoetkoming. De regeling is zo eenvoudig en snel uitvoerbaar.
Meer informatie: Ministerie SZW, 27 maart 2020
Geef een reactie