De landenrisico-opslag van 2 procentpunten die de inspecteur had toegepast op de rentevergoeding over een vordering in rekening-courant die een man had bij zijn Egyptische vennootschap, bleef in stand bij Hof Den Haag.
Ter zake van de vordering in rekening-courant van de man waren geen voorwaarden gesteld, bleek bij de rechter. Er bestonden geen afspraken over rente, aflossing, opeisbaarheid, terugbetalingsverplichting, betalingsgedrag, zekerheden of achterstelling. Verder kon de man ook niets tonen over de solvabiliteit of liquiditeit van de Egyptische vennootschap. De nationale omstandigheden aldaar, zoals economische conjunctuur, economisch beleid, betalingsbalans, buitenlandse schuld, vreemde valutareserves en de politieke stabiliteit maakten de geldverstrekking voor de crediteur meer risicovol, zo gaf de rechter aan. Dit was de reden waarom een risico-opslag op het rentepercentage van 4,41 reëel was en de omvang van twee procentpunten zeker niet te hoog was, zo oordeelde het hof.
Meer informatie: Gerechtshof Den Haag, 15 april 2014 (gepubliceerd op 5 juni 2014), ECLI:NL:GHDHA:2014:1769
Geef een reactie