Volgens Hof Den Bosch zou de verkoop of uitgifte van kortingskaarten onder de btw-vrijstelling voor handelingen inzake andere waardepapieren dan wel handelingen voor andere handelspapieren kunnen vallen. Om meer duidelijkheid hierover te krijgen heeft het hof vragen hierover gesteld aan het Europese Hof van Justitie.
Hof Den Bosch moest zich onlangs buigen over de vraag of de fiscus naheffingsaanslagen btw had mogen opleggen aan een bv die kortingskaarten verkocht aan verkoopkantoren, die deze vervolgens doorverkocht aan consumenten. De houder van zo’n kortingskaart kreeg op vertoon van deze kaart korting bij bestellingen bij de bedrijven die op de kaart stonden vermeld. De verkoopkantoren ontvingen van de bv een bedrag per verkochte kaart. De bv droeg geen btw af over de omzet die zij had behaald met de verkoop van de kortingskaarten. Zij stelde dat sprake was van een btw-vrijstelling voor handelingen inzake andere waardepapieren dan wel handelingen voor andere handelspapieren. Zij verwees daarbij naar een arrest van de Hoge Raad waarin de rechter oordeelde dat kortingskaarten vergelijkbaar waren met cadeaubonnen. De Hoge Raad hechtte daarbij veel waarde aan de definitie van het begrip ‘cadeaubon’ dat was opgenomen in de resolutie van 22 december 1992 (nr. VB92/2060). De kortingskaart kon namelijk ook (gedeeltelijk) worden gebruikt voor de verstrekking van goederen en diensten.
Ruimere uitleg mogelijk
Maar de rechtbank wees er op dat deze resolutie inmiddels was vervangen door een besluit waarin duidelijk wordt aangegeven dat kortingskaarten niet het karakter hebben van waardepapieren. De rechtbank vond bovendien dat de kortingskaarten geen ‘andere waardepapieren’ of ‘andere handelspapieren’ konden vormen. Met ‘andere waardepapieren’ zou men doelen op documenten die een bewijs van deelgerechtigdheid vormen en met ‘andere handelspapieren’ bedoelt men cheques of papieren die een vergelijkbare functie vervullen. Het hof vond echter dat een ruimere uitleg mogelijk was en verwees daarbij onder meer naar de verslagen van de Europese Commissie over de behandeling van kortingskaarten in de btw. Zie ook het artikel ‘Voorstel voor nieuwe btw-regels voor vouchers’. De Hoge Raad noch het Europese Hof hebben zich tot op heden uitgelaten over de betekenis en de reikwijdte van de begrippen ‘andere waardepapieren’ en ‘andere handelspapieren’. Daarom wil Hof Den Bosch van het Europese Hof weten of de verkoop van kortingskaarten nu wel of niet is vrijgesteld van btw.
Wet: artikel 11 lid 1, onderdeel i, sub 2 en artikel 11 lid 1, onderdeel j, sub 1 Wet OB 1968
Meer informatie: Hof Den Bosch, 11 oktober 2012, (gepubliceerd 18 oktober 2012), LJN: BY0552
Geef een reactie