Staatssecretaris Van Rij biedt de Eerste Kamer de memories van antwoord aan behorende bij het pakket Belastingplan 2023.
BOR
De vrijstelling in de BOR is recent door het CPB geëvalueerd. Een kabinetsreactie volgt nog dit jaar waarbij het kabinet zal ingaan op wat nodig is om te voldoen aan de afspraken uit het coalitieakkoord. Het kabinet komt in het voorjaar van 2023 met een invulling van de taakstellende opdracht inzake belastingconstructies.
Afschaffen middelingsregeling
In de evaluatie van de middelingsregeling is geconcludeerd dat zowel de doeltreffendheid als de doelmatigheid van de middelingsregeling beperkt is. De doeltreffendheid wordt beperkt door de invoering van het tweeschijvenstelsel, waardoor het merendeel van de belastingplichtigen geen progressienadeel als gevolg van de tariefschijven meer ervaart.
Beperken 30%-regeling
Door de onbelaste vergoeding binnen de 30%-regeling voor hogere inkomens te maximeren, zal de 30%-regeling beter aansluiten bij het vergoeden van de daadwerkelijk gemaakte extraterritoriale kosten (ETK), waardoor de 30%-regeling doeltreffender en doelmatiger wordt. Door aan te sluiten bij de Balkenende-norm mag bij toepassing van de 30%-regeling maximaal € 64.800 (30% van € 216.000) onbelast worden vergoed.
Bij het hanteren van een lagere aftoppingsgrens dan de voorgestelde € 216.000 (bedrag 2022) zal het aantal ingekomen werknemers dat door de maatregel wordt geraakt toenemen. Bij het genoemde bedrag gaat om circa 4.400 werknemers. Dit aantal zal stijgen naar ruim 9.000 werknemers bij een aftoppingsgrens van € 150.000 en naar circa 20.000 bij een aftoppingsgrens van € 100.000.
Verlagen schijfgrens vennootschapsbelasting naar € 200.000 en verhogen laag tarief naar 19%
De aanpassing van de schijfgrens en de verhoging van het lage Vpb-tarief wordt gebruikt als dekking voor het omvangrijke koopkrachtpakket en het verlagen van de lasten op arbeid. In 2024 wordt het lage Vpb-tarief geëvalueerd. Afhankelijk van de uitkomst van die evaluatie zal het kabinet bezien of er aanleiding is of en zo ja, welke aanpassingen dan nodig zouden zijn ter zake van het lage Vpb-tarief.
Verhogen algemene tarief overdrachtsbelasting van 8% naar 10,4%
De evaluatie van deze wet staat gepland voor 2024. Een eerdere evaluatie is niet mogelijk omdat 2023 het eerst volledige jaar is waarover voldoende relevante data beschikbaar zijn om de doeltreffendheid en doelmatigheid van deze wet te onderzoeken. De verdere verhoging (van 8% naar 10,4%) die met dit Belastingplan wordt voorgesteld, zal bij deze evaluatie worden meegenomen. De resultaten van deze evaluatie zullen naar verwachting in 2025 beschikbaar komen en worden gedeeld. Het Kadaster heeft een daling van het aandeel beleggers bij woningverkrijgingen gesignaleerd sinds de inwerkingtreding van de Wet differentiatie ovb. Deze daling bewijst niet direct de effectiviteit van de maatregel.
Aanpassen giftenaftrek voor periodieke giften
Uit de aangiften 2019 en 2020 (de meest recente cijfers) blijkt dat het aantal zeer hoge periodieke giften is toegenomen en is geconstateerd dat er tegenover die giften eveneens uitzonderlijk hoge inkomens staan die in grote mate – zo niet volledig – worden verlaagd door de giftenaftrek. Daarbij is de vraag, en niet zozeer de stelling, meegewogen of bij dergelijk zeer hoge giften de vrijgevigheid bij de schenker vooropstaat of veeleer de wens om zo min mogelijk belasting te betalen. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen giften aan verschillende soorten ANBI’s. Het plafond is van toepassing op de totale som aan periodieke giften die in een kalenderjaar zijn gedaan door het huishouden (belastingplichtige en eventuele fiscaal partner).
Geef een reactie