De belastingplichtige is vrij in zijn keuze op welke wijze hij aan de belastinginspecteur aannemelijk maakt dat hij op eigen kracht kan lenen als zijn vennootschap garant staat voor deze lening van de externe financier. Staatssecretaris Van Rij geeft antwoord op vragen van de Eerste Kamer over de Wet excessief lenen.
Als de belastingplichtige door de garantstelling door de vennootschap in staat is de schuld bij de externe financier aan te gaan, dan valt de garantstelling onder het wetsvoorstel. Als de garantstelling uitsluitend leidt tot gunstigere voorwaarden voor de schuld van de belastingplichtige, zoals een lagere rente, dan valt de lening niet onder het wetsvoorstel. In dat geval kan de belastingplichtige immers ook op eigen kracht de lening aangaan bij deze financier.
Onder het begrip ‘schulden’ vallen alle civielrechtelijke schuldverhoudingen en verplichtingen. Hieronder vallen onder meer geldleningen en rekening-courantschulden, inclusief de daarop bijgeschreven rente. Daaruit vloeit voort dat het kabinet nooit de intentie heeft gehad om toekomstige rentetermijnen onder de reikwijdte van het wetsvoorstel te brengen. De uit deze voorwaardelijke en/of toekomstige verplichtingen voortvloeiende termijnen zijn immers nog niet vervallen en zijn daardoor fiscaal gezien nog geen verplichting’ geworden. De toekomstige rentetermijnen worden ook voor de toepassing van box 3 niet als een verplichting aangemerkt.
Aanmerkelijk belangaandelen
Als de belastingplichtige ervoor zou kiezen een pandrecht te laten vestigen op zijn directe aanmerkelijk belangaandelen, is in beginsel geen sprake van een situatie die onder het bereik van het wetsvoorstel valt. Immers, in die situatie kan niet worden gesteld dat belastingplichtige geld leent uit zijn vennootschap in plaats van het uitkeren van dividend om op deze wijze de heffing in box 2 uit te stellen.
Civielrechtelijke verplichtingen
Het kabinet heeft ervoor gekozen om niet alleen civielrechtelijke schuldverhoudingen maar ook alle civielrechtelijke verplichtingen onder het begrip ‘schulden’ te laten vallen. Daardoor vallen onder andere leveringsverplichtingen onder het wetsvoorstel. Tegelijkertijd erkent het kabinet dat de leveringsverplichtingen geen nominale waarde hebben. Dit heeft tot gevolg dat de leveringsverplichting voor de toepassing van het wetsvoorstel op nihil wordt gewaardeerd. Het kabinet zal dergelijke situaties monitoren en bezien of de wetgeving moet worden aangescherpt.
De voorgestelde maatregelen en voorwaarden, zoals het maximum van € 700.000, gelden niet per vennootschap waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft, maar voor alle vennootschappen samen. Het wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen vennootschap is 13 september 2022 aangenomen door de Tweede Kamer.
Bron: Antwoord op vragen over Wet excessief lenen, Ministerie van Financien, 25 november 2022
Masterclass (excessief) lenen van en aan de bv
In deze cursus behandelt mr. Almer de Beer het wetsvoorstel excessief lenen bij eigen vennootschap en het leerstuk van de onzakelijke lening.
Geef een reactie