Een beroepssporter kan onder omstandigheden een belastingvrijstelling krijgen voor het aan een buitenlands trainingskamp toekenbare deel van het basissalaris. Voorwaarde hiervoor is dat de sporter persoonlijke werkzaamheden verricht, waarbij een publiek optreden van groot belang is.
Een beroepsvoetballer die in Nederland woonde was in dienstbetrekking werkzaam en genoot een loon dat mede bestond uit een basissalaris. In 2002 verbleef de voetballer met zijn club voor trainingskampen in Spanje en Thailand en speelde gedurende die trainingskampen (vriendschappelijke) oefenwedstrijden die toegankelijk waren voor publiek. In geschil was of de voetballer recht heeft op belastingvrijstelling van het aan de die trainingskampen toerekenbare deel van het basissalaris. De rechtbank heeft die vraag ontkennend beantwoord, omdat die trainingskampen, waaronder de bedoelde wedstrijden, waren gericht op training en niet op het publiek. Daarom heeft de voetballer geen persoonlijke werkzaamheden als zodanig verricht in Spanje en Thailand en heeft hij geen recht op de bedoelde belastingvrijstelling.
Persoonlijke werkzaamheden
Het hof stelt de voetballer echter in het gelijk. Onder verwijzing naar het arrest 9 februari 2007 nr. 41 478 wordt geoordeeld dat in de omstandigheden van het geval niet anders kan worden geoordeeld dan dat de voetballer persoonlijke werkzaamheden als zodanig heeft verricht. Het hof vindt dat er geen reden is om de voetballer in dit verband anders te behandelen dan de sporter uit genoemd arrest. De staatssecretaris heeft zijn cassatieberoep hierop ingetrokken, omdat hij gelet op dit arrest geen succes verwacht. Er is in het onderhavige geval geen sprake van uitsluitend een trainingskamp in een ander land zonder enig publieksgericht optreden.
Wet: artikel 17 OESO-modelverdrag
Meer informatie: Profvoetballer verrichtte persoonlijke werkzaamheden op buitenlands trainingskamp
Geef een reactie