Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën stuurt de Tweede Kamer een afschrift van een brief over vrijwilligerswerk bij een ANBI.
Bij vrijwilligerswerk staat het maatschappelijke karakter en het ontbreken van een salaris voorop. Het uitgangspunt van de vrijwilligersregeling is dan ook dat er arbeid wordt verricht binnen een organisatie met een ideële doelstelling, zonder dat daar een (verplichte) tegenprestatie tegenover staat. De praktijk leert echter dat organisaties aan vrijwilligers toch vaak een vergoeding (willen) betalen. De vergoeding mag echter niet zo hoog zijn dat eigenlijk beroepsmatige arbeid wordt verricht onder de noemer ‘vrijwilligerswerk’. Met het oog hierop zijn er grenzen gesteld aan de vrijwilligersvergoeding, zijnde maximaal € 5 per uur, maximaal € 170 per maand en € 1700 per jaar.
Giftenaftrek
In de praktijk komt het ook voor dat een vrijwilliger aangeeft aan de ANBI dat hij de vrijwilligersvergoeding waarop hij aanspraak maakt, niet wil ontvangen omdat hij de vergoeding wil doneren aan de ANBI. Deze gift is geen verplichting voor de vrijwilliger, maar vloeit voort uit vrijgevigheid. Wanneer de vrijwilliger afziet van een vergoeding, kan hij het bedrag van de vergoeding als gift aftrekken in de aangifte inkomstenbelasting als aan de voorwaarden is voldaan. Deze voorwaarden zijn per 2012 opgenomen in de wet. Deze voorwaarden dienen ertoe te voorkomen dat mensen onterecht belastingvoordelen kunnen verkrijgen.
Als het bestuur (bepaalde) vrijwilligers een vrijwilligersvergoeding toekent, bestaat bij donatie daarvan door de vrijwilliger recht op giftenaftrek. Als het bestuur daarentegen niet de bedoeling heeft om een vrijwilligersvergoeding te geven aan die vrijwilliger, dan bestaat er geen recht op aftrek. Het aanbieden van een dergelijke regeling aan de vrijwilligers, terwijl van tevoren al vaststaat dat geen recht bestaat op aftrek, is misleidend. Indien de vrijwilliger namelijk de vergoeding toch opgeeft als gift in zijn aangifte, dan is sprake van het opzettelijk onjuist doen van aangifte. Hierbij kan de aangifte van de vrijwilliger bij de aanslag worden gecorrigeerd of als de aanslag al is vastgesteld, een navorderingsaanslag worden opgelegd. Vijlbrief kan zich moeilijk voorstellen dat het bestuur deze gevolgen voor zijn rekening wil nemen.
Meer informatie: Ministerie van Financiën, 8 juni 2020
Geef een reactie