De Waarderingskamer stelt dat ondanks de coronacrisis een verlenging van de termijn om een bezwaarschrift tegen een WOZ-beschikking in te dienen niet nodig was.
De Waarderingskamer constateert dat de bezwaartermijn tegen de meeste WOZ-waarden inmiddels is verstreken. Volgens de Waarderingskamer was het niet nodig om de bezwaartermijn aan te passen aan de coronacrisis. Wel hebben sommige gemeenten in bepaalde gevallen ervoor gekozen om nog geen WOZ-aanslagbiljetten te sturen naar de belanghebbenden. De desbetreffende belanghebbenden zijn ondernemers die waren getroffen door de coronacrisis. Soms is de WOZ-waarde ook later dan normaal bekend geworden door de coronacrisis. Hoe dan ook heeft er dus bij het verzenden van diverse aanslagbiljetten uitstel plaatsgevonden. Daardoor zullen gemeenten de komende tijd ook nog WOZ-waarden formeel bekend maken. De Waarderingskamer wijst erop dat in zulke gevallen de bezwaartermijnen nog doorlopen. Voor deze WOZ-bezwaren die na februari 2020 bekend zijn gemaakt, is een verlenging van de bezwaartermijn evenmin aan de orde.
Pro forma bezwaar
De Waarderingskamer merkt daarbij wel op dat van belang is dat men alle kanalen voor het indienen van bezwaar kan volgen. In dat geval is een termijn van zes weken een redelijke termijn. Voor het indienen van een pro forma bezwaar geldt ook een termijn van vier à zes weken. Reageert de indiener niet binnen die termijn? Dan moet de gemeente hem nog een keer herinneren aan het indienen van de gevraagde motivering. De coronamaatregelen hebben geen invloed op deze termijnen.
Wet: art. 24 en 30 Wet WOZ en art. 6:7 Awb
Geef een reactie