Als een belanghebbende in een beroepsprocedure al over bepaalde stukken beschikt, wordt hij niet in zijn rechtspositie geschaad als de Belastingdienst deze stukken laat overlegt.
Een B.V. die onder meer reizen naar Venezuela verkocht, werd onderworpen aan een controleonderzoek. Naar aanleiding van dit onderzoek begon de FIOD-ECD een strafrechtelijk onderzoek tegen de B.V., haar dochtermaatschappij en haar dga. Uit dit onderzoek bleek dat de administratie van de B.V. valse vliegfacturen bevatte. De uitkomst van het onderzoek door de FIOD-ECD was voor de Belastingdienst aanleiding om te concluderen dat de B.V. onjuiste aangiften vennootschapsbelasting had ingediend. De inspecteur legde de B.V. daarom navorderingsaanslagen op. De B.V. tekende beroep aan tegen de navorderingsaanslagen. Uiteindelijk kwam de zaak voor de Hoge Raad. Daar stelde de B.V. onder meer dat zij was geschaad in haar stellingname doordat de inspecteur pas laat het strafdossier had overlegd. Maar de Hoge Raad verwerpt dit standpunt. De B.V. heeft namelijk gedurende de fiscale beroepsprocedure steeds over het strafdossier beschikt en is dus niet overrompeld.
Wet: art. 8:31 Awb
Meer informatie: Hoge Raad 5 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1850
Geef een reactie