In btw-land staat of valt alles met de aanwezigheid van de factuur. Zelfs als er een onjuiste of onterechte verkoopfactuur is uitgereikt, is de btw-ondernemer verplicht deze af te dragen. Het bedrag aan te veel betaalde btw kan men niet even ‘snel’ terugvragen bij de fiscus door middel van een telefoontje. Hiervoor gelden strikte voorwaarden.
De factuur
Een van de belangrijkste voorwaarden om de in rekening gebrachte btw in aftrek te kunnen brengen, is dat de men beschikt over een factuur die voldoet aan de eisen van artikel 35a van de Wet OB 1968. Als een factuur niet aan de wettelijke vereisten voldoet, bestaat geen recht op aftrek van voorbelasting. Bovendien is dit ook een factuurgebrek dat is aan te merken als een verzuim, waarvoor een boete van een paar duizend euro’s per onjuist factuur kan worden opgelegd.
Verschuldigd btw
Mocht een btw-ondernemer ten onrechte of te veel btw hebben gefactureerd, dan is hij die btw op grond van artikel 37 van de wet verschuldigd op het tijdstip waarop hij de factuur uitreikt. Hierbij moet u denken aan:
- de toepassing van het verkeerde tarief;
- een levering en/of dienst die is vrijgesteld;
- de overgang van een geheel of een gedeelte van een algemeenheid van goederen;
- een levering of dienst waarbij de btw-heffing is verlegd naar de afnemer van de prestatie. Zie in dit kader ook: ‘EU-Hof bevestigt strikte toepassing verleggingsregeling’.
Fout herstellen
Daarnaast moet de ondernemer de uitgereikte onterechte factuur ook repareren. Dit is echter niet eenvoudig. In de eerste plaats moet de opsteller van de factuur deze terugnemen, al dan niet tegen uitreiking van een nieuwe factuur die wel voldoet aan de wettelijke vereisten. Maar men kan ook ervoor kiezen om de factuur aan te vullen met een daadwerkelijk aan de ontvanger van de oorspronkelijke factuur uit te reiken creditfactuur. Beide facturen worden dan samen als een op de voorgeschreven wijze opgemaakte factuur beschouwd. De volgende stap is het tijdig en volledig uitschakelen van het gevaar voor verlies van belastinginkomsten. De opsteller van de factuur moet dit ook tegenover de inspecteur kunnen aantonen.
Bewijslast
De opsteller van de factuur moet kunnen aantonen dat:
- de ontvanger van de factuur de ten onrechte of teveel gefactureerde btw niet in aftrek kan brengen of dat de ontvanger van de factuur ter zake geen aftrek heeft gehad; of
- de factuur door terugname nietig is en niet meer kan worden gebruikt voor het uitoefenen van het aftrekrecht; of
- wanneer de factuur wel is gebruikt voor het uitoefenen van het aftrekrecht, de ontvanger van de factuur de ten onrechte of teveel gefactureerde btw op aangifte heeft voldaan.
Valse factuur
De opsteller van een valse factuur zal in het algemeen niet kunnen aantonen dat het gevaar voor verlies van belastinginkomsten tijdig en volledig is uitgeschakeld. In een dergelijke situatie is nu eenmaal niet uit te sluiten dat hij met behulp van de valse factuur langs een omweg betaling beoogt te krijgen voor een prestatie die werd verricht voor een afnemer die geen aftrekrecht heeft. Zie ook: ‘Geen btw-teruggaaf bij uitreiking nepfacturen’. Alleen als de ontvanger van de factuur de ten onrechte afgetrokken btw heeft terugbetaald, zal de inspecteur op verzoek van de opsteller van de factuur teruggaaf verlenen.
Geef een reactie