Staatssecretaris Weekers komt met een novelle bij het Wetsvoorstel tot Wijziging van de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioengevend inkomen en het Belastingplan 2014. Daartoe zag de staatssecretaris aanleiding nadat het wetsvoorstel in de Eerste Kamer werd aangehouden voor nader beraad.
Dit wetsvoorstel regelt de aanpassing van de opbouw- en premiepercentages van het Witteveenkader, de introductie van een spaarfaciliteit voor inkomens boven de aftopping van € 100.000 (nettolijfrente) en de invoering van een aantal premiewaarborgen met ingang van 1 januari 2015.
Witteveenkader
Het maximumopbouwpercentage wordt 1,875% per dienstjaar voor iedereen met een inkomen onder de aftoppingsgrens van € 100.000 voor pensioen op basis van het middelloonstelsel. Voor pensioen op basis van het eindloon wordt dit daarentegen 1,657%. Over het deel van het inkomen van de aftoppingsgrens van € € 100.000 wordt een nieuwe spaarmogelijkheid op vrijwillige basis geïntroduceerd. Door middel van een nettolijfrente kan een oudedagsvoorziening worden opgebouwd die moet overeenkomen met een jaarlijkse brutopensioenopbouw van 1,875% van het gemiddeld verdiende arbeidsinkomen. Over de uit het netto-inkomen betaalde premie of inleg moet vervolgens belasting geheven.
Introductie premiewaarborgen
Om te bevorderen dat een beperking van de pensioenopbouw daadwerkelijk gepaard gaat met een verlaging van de pensioenpremies, heeft het kabinet een aanpak langs drie sporen ontwikkeld:
1. Versterking van interne governance. Hierdoor moet het pensioenfondsbestuur aan een verantwoordingsorgaan (DNB) haar beleidsmatige keuzes toelichten met betrekking tot de samenstelling en de hoogte van de pensioenpremie;
2. Versterking toezicht op evenwichtige belangenbehartiging en aanscherping sancties (generatietoets). De Nederlandsche Bank toetst of de belangen van verschillende generaties bij het premiebesluit evenwichtig zijn afgewogen;
3. Aanscherping voorwaarden voor toekennen indexatie. Hiermee wordt voorkomen dat pensioenfondsen de huidige pensioenen en aanspraken indexeren, terwijl onzeker is of jongere generaties in vergelijkbare mate van toekomstige indexaties kunnen profiteren.
Raad van State
Het adviesorgaan van het kabinet heeft enkele kanttekeningen geplaatst bij het wetsvoorstel. Het orgaan voorziet enkele structurele onevenwichtigheden ten aanzien van het pensioenstelsel zelf. Zo vraagt het zich hardop af of jongeren niet onevenredig hard worden getroffen door het wetsvoorstel. Voorts merkt de Raad van State op dat de voorgestelde maatregelen niet bijdragen aan het – zoals voorgenomen in de Fiscale Agenda – terugdringen van de instrumentalisering van het belastingrecht.
De staatssecretaris overweegt naar aanleiding van deze kritiek dat de generatie-evenwicht-toets vooral een formele toets is, waarbij de DNB vooral kijkt of sprake was van de juiste governance bij het besluit. Voorts hoopt de staatssecretaris dat het wetsvoorstel spoedig wordt behandeld, zodat pensioenuitvoerders voldoende gelegenheid krijgen om deze wijzigingen door te voeren.
Meer informatie: Novelle staatssecretaris Weekers
Geef een reactie