Staatssecretaris Weekers kondigt een zekerheidsclausule aan die het ontwijken van de verhoogde assurantiebelasting tegen moet gaan. Deze regeling gaat in wanneer er in zulke mate geanticipeerd wordt op de verhoging dat de beoogde opbrengst van ruim € 1,2 miljard over 2013 in het geding komt. In dat geval wordt het nieuwe tarief van 21% per klein koninklijk besluit ook van toepassing op premies die tussen 1 oktober 2012 (datum bekendmaking deelakkoord) en 31 december 2012 vervallen zijn. Ook kwam de staatssecretaris met de brancheorganisaties overeen om de tariefsverhoging al per 1 januari 2013 in te laten gaan.
Op grond van het regeerakkoord gaat het tarief van de assurantiebelasting in 2013 omhoog van 9,7% naar 21%. Bij vorige tariefsverhogingen was het nieuwe tarief van toepassing op premies die vanaf 1 maart van het jaar van de tariefsverhoging vervielen en op premies voor verzekeringen waarvan het nieuwe verzekeringsjaar op of na 1 maart van het jaar van tariefsverhoging inging. Door er voor te zorgen dat een nieuw verzekeringsjaar ingaat vóór de datum van tariefsverhoging naar 21% en dat ook de jaarpremie vóór die datum vervalt, kan tot één jaar lang de verhoging van de assurantiebelasting vermeden worden.
Tijdvakbenadering
In overleg met de branche bleek er maar één methode te zijn om de anticipatie-effecten geheel weg te nemen. Op grond van deze benadering is het tarief van 21% van toepassing op premies voor zover die premies betrekking hadden op een verzekerde periode vanaf een bepaalde datum in 2013, ongeacht wanneer deze premies betaald zijn. Deze tijdvakmethode is opgenomen in het regeerakkoord met 1 april 2013 als ingangsdatum van de verhoging. Het overgrote deel van de branche heeft Weekers laten weten dat de tijdvakmethode zeer lastig uit te voeren is. Bovendien vindt de branche het onwenselijk dat verzekerden bij deze methode een naheffing assurantiebelasting ontvangen.
Klein koninklijk besluit
Om van de ene kant tegemoet te komen aan de wensen van de branche, maar van de andere kant de risico’s van grootschalige anticipatie uit te sluiten, is in overleg met het Verbond van Verzekeraars een oplossing bedacht. In het Belastingplan 2013 wordt via een nota van wijziging de ingangsdatum van de tariefsverhoging op 1 januari 2013 gezet. Tevens wordt er een bepaling opgenomen die via een klein koninklijk besluit in werking kan treden. Die bepaling regelt dat aanvullend aan het overgangrecht zoals het Verbond voorstelt, het tarief van 21% ook van toepassing is op premies die tussen 1 oktober 2012 (datum bekendmaking deelakkoord) en 31 december 2012 vervallen zijn, voor zover deze premies betrekking hebben op een verzekerde periode vanaf 1 april 2013. Als uit inventarisatie van het Verbond van Verzekeraars, uit de aangiften assurantiebelasting of anderszins blijkt dat de anticipatie dermate vormen aanneemt dat de beoogde extra opbrengst van € 1222 miljoen in 2013 niet behaald wordt, laat het kabinet die bepaling via een klein koninklijk besluit in werking treden. Blijkt de mate van anticipatie inderdaad mee te vallen, dan laat het kabinet die bepaling niet in werking treden.
Meer informatie: Kamerbrief overgangsrecht verhoging assurantiebelasting
Geef een reactie