Is het rendement in box 3 volgens de Wet rechtsherstel hoger dan volgens het oude systeem met de vermogensmix? Dan moet men rekenen met het werkelijk rendement als dat lager is.
In zijn aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 2017 heeft een man een rendementsgrondslag aangegeven van € 1.113.2000. Tot deze rendementsgrondslag behoort een appartement in Frankrijk met een waarde van € 800.000. Bij het opleggen van de aanslag stelt de Belastingdienst het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen op € 51.003. De inspecteur berekent de box 3-belasting op € 15.300. Na de vermindering ter voorkoming van dubbele belasting resteert een box 3-heffing van € 4.304. Dit is volgens de man te hoog, zodat hij in bezwaar en beroep gaat. Rechtbank Gelderland verklaart zijn beroep echter ongegrond. Zie NTFR 2021/1543 en ‘Verdrag staat progressief box 3-rendement toe’. De man laat het daar niet bij zitten en gaat in hoger beroep.
Berekening door de belastingplichtige
Voor hof Arnhem-Leeuwarden stelt de man dat de box 3-heffing moet worden berekend aan de hand van het werkelijk rendement. Hij berekent dit rendement op € 3.748. Na de pro rata toerekening van het heffingvrij vermogen bedraagt de box 3-belasting dan € 3.748 x 95,7% x 30% (tarief) = € 1.076, aldus de man. Het rendement van € 3.748 bestaat overigens uit:
- een rendement van € 464 op Nederlandse en Franse bank- en spaartegoeden,
- € 11.245 aan rendement op onroerende zaken in Nederland, en
- een negatief rendement van € 7.961 in verband met het Franse appartement.
Werken met werkelijke rendement
De inspecteur bepleit het belastbaar rendement te berekenen volgens de Wet rechtsherstel box 3. Als dit rendement hoger is dan het forfaitair rendement zonder rechtsherstel geldt dat lagere rendement. Maar het hof haalt uit een arrest van de Hoge Raad dat men moet werken met het werkelijk rendement als het rendement volgens de Wet rechtsherstel box 3 niet leidt tot een lagere heffing. Op dat punt heeft de man dus gelijk.
Geen aftrek kosten van Franse appartement
Het hof is het echter niet eens met de berekening van het rendement op het Franse appartement. De kosten die de man wil aftrekken zijn namelijk niet gemaakt voor het verwerven, innen of behouden van inkomsten uit het appartement. Daarom stelt het hof het inkomen uit het appartement op nihil, zodat het totale werkelijke rendement € 11.709 bedraagt. Verder ziet het hof hier geen reden voor een proportionele toepassing van het heffingvrij vermogen. Daarom verlaagt het hof het bedrag van de box 3-belasting naar € 3.512.
Wet: art. 5.3 Wet IB 2001 en art. 2 en 3 Wet rechtsherstel box 3
Besluit: art. 24 Bvdb 2001
Cursus Recente wijzigingen box 3
De komende jaren tot 2026 geldt voor box 3 het overbruggingsstelsel. Dit stelsel, gebaseerd op de forfaitaire spaarvariant, bezorgt menig adviseur nu al de nodige hoofdbrekens. Complexiteit en onrechtvaardigheid liggen op de loer. Voorkom dat je iets over het hoofd ziet, signaleer de pijnpunten, doorzie de valkuilen en loods je klanten optimaal en veilig door het overbruggingsstelsel heen. Hoe? Volg nu de cursus box 3 in overbruggingstijd.
Geef een reactie