Geeft een werkgever zijn werknemers de gelegenheid om een auto van de zaak mee naar huis te nemen, maar houdt hij niet bij welke werknemer over welke auto beschikt? Dan wordt het heel lastig voor de werkgever om te bewijzen dat geen sprake is van privégebruik.
Een aannemingsbedrijf dat was gespecialiseerd in het aanleggen van kabel- en leidingsystemen was kentekenhouder van een aantal bestelauto’s. Het bedrijf had alle btw op de aanschafprijs en kosten van deze auto’s afgetrokken. Het aannemingsbedrijf stelde de bestelauto’s ter beschikking aan zijn werknemers. De werkgever hield echter niet bij welke auto hij ter beschikking stelde aan welke werknemer. Het bedrijf paste de bijtelling niet toe en corrigeerde evenmin de omzetbelasting voor enig privégebruik. De Belastingdienst meent dat een en ander wel had moeten plaatsvinden. Daarom legt de inspecteur het aannemingsbedrijf naheffingsaanslagen loonheffingen en omzetbelasting op.
Vervuilde grond sluit privégebruik niet uit
Het aannemingsbedrijf gaat in beroep tegen de naheffingsaanslagen, maar zit in een lastige positie qua bewijslast. De inspecteur maakt aannemelijk dat de werknemers na de werkdagen de auto van de zaak mee naar huis konden nemen. Onder deze omstandigheden is privégebruik mogelijk. De werkgever stelt dat de bestelauto’s worden gebruikt voor werkzaamheden met vervuilde grond. Dit is volgens Rechtbank Den Haag nog geen bewijs dat de auto’s uitsluitend zijn te gebruiken voor goederenvervoer. Nu de werkgever evenmin het werkelijk gebruik heeft bijgehouden, moet zowel de bijtelling als een forfaitaire btw-correctie plaatsvinden.
Wet: art. 13bis Wet LB 1964 en art. 4, tweede lid, onderdeel a Wet OB 1968
Besluit: paragraaf 2.2 Besluit van de staatssecretaris van Financiën van 11 juli 2012, BLKB 2012/639M
Geef een reactie