Op 18 maart 2021 meldde de Belastingdienst dat de bijtelling vanaf 2021 op een andere manier moet worden berekend bij meer dan 1 auto van de zaak. Door diverse praktijkvragen is besloten om deze wijziging uit te stellen tot 2022.
Voor werkgevers die meerdere auto’s tegelijkertijd ter beschikking stellen aan de werknemer, geldt de bijtelling voor de auto(‘s) waarmee de werknemer op kalenderjaarbasis meer dan 500 privékilometers rijdt. Daarnaast houdt de werkgever rekening met het aantal rijbewijzen binnen het gezin. Is de werknemer alleenstaand? Of is er binnen het gezin maar 1 persoon met een rijbewijs? Dan hoeft de werkgever maar voor 1 auto bij te tellen. Zijn er 2 rijbewijzen binnen het gezin? Dan telt de werkgever voor 2 auto’s bij. Zijn er meer rijbewijzen binnen het gezin, dan telt de werkgever voor evenveel auto’s bij als er rijbewijzen zijn.
In 2021 houdt de werkgever nog rekening met de auto’s met de hoogste cataloguswaarde
Heeft de werknemer meerdere auto’s van de zaak, maar hoeft de werkgever niet voor alle auto’s bij te tellen? Tot en met 2021 telt de werkgever bij voor de auto(‘s) met de hoogste cataloguswaarde.
Per 2022 houdt de werkgever rekening met de auto(‘s) met de hoogste bijtelling
Per 1 januari 2022 gaat de bijtelling wél veranderen. Heeft de werknemer meerdere auto’s van de zaak, maar hoeft de werkgever niet voor alle auto’s bij te tellen? Dan telt de werkgever vanaf dat moment bij voor de auto(‘s) met de hoogste bijtelling.
Meer informatie over meer dan 1 auto tegelijk ter beschikking stellen staat in paragraaf 23.3.12 van het ‘Handboek Loonheffingen 2021′.
Geef een reactie