De staatssecretaris van Financiën heeft het wetsvoorstel implementatie richtlijn elektronische handel ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel wijzigt onder andere de btw-heffing bij intracommunautaire afstandsverkopen.
Onder de huidige regels zijn intracommunautaire afstandsverkopen vaak belast in de lidstaat van de verkoper. De lidstaat van de consument mag doorgaans alleen heffen als een bepaalde jaarlijkse omzetdrempel is overschreden. Vanaf de inwerkingtreding van het wetsvoorstel worden intracommunautaire afstandsverkopen belast in de lidstaat van de consument. Dat is de lidstaat waar de goederen zich bevinden op het tijdstip van aankomst van de verzending of het vervoer naar de afnemer.
Beperking lastenverzwaring
De desbetreffende ondernemers zullen dus veel vaker dan nu btw-aangifte moeten doen in alle lidstaten waar ze goederen leveren aan consumenten. De wetgever wil echter de verzwaring van de administratieve lasten zoveel mogelijk voorkomen. Daarom kunnen ondernemers vanaf de inwerkingtreding voor een alternatief kiezen. Daarbij geven zij de buitenlandse btw over de internetverkopen in hun eigen lidstaat aan. De betaling vindt plaats via het éénloketsysteem. De fiscale autoriteiten van de lidstaten gaan de afgedragen btw vervolgens onderling verrekenen.
Vervallen btw-vrijstelling
Nederland past nu nog een btw-vrijstelling toe op de invoer van goederen in het kader van internet- en postorderverkoop waarvan de intrinsieke waarde niet meer dan € 22 bedraagt. De intrinsieke waarde bestaat uit de waarde van de goederen, exclusief verzekering en verzendkosten. Deze vrijstelling komt te vervallen. Hoewel de memorie van toelichting melding maakt van 1 januari 2021, kan de wet ook (gedeeltelijk) in werking treden op 1 juli 2021. De Europese Commissie heeft namelijk voorgesteld om de inwerkingtreding van het gehele pakket elektronische handel uit te stellen tot 1 juli 2021.
Geef een reactie