Naast het Pakket Belastingplan 2021 is het wetsvoorstel Wet beperking liquidatie- en stakingsverliesregeling ingediend. Volgens het kabinet wordt met de voorwaarden in dit wetsvoorstel, die een verbreding van de grondslag tot gevolg hebben, de belastingheffing over winsten van multinationals evenwichtiger.
Op hoofdlijnen wordt het door de voorgestelde beperkende voorwaarden niet langer mogelijk voor een belastingplichtige om het tijdstip waarop een liquidatie- of stakingsverlies kan worden genomen naar willekeur te plannen. Dat geldt voor alle belastingplichtigen, ongeacht de omvang van het liquidatie- of stakingsverlies. Daarnaast worden liquidatie- en stakingsverliezen voor zover de omvang daarvan groter is dan € 5 miljoen (franchise) en die opkomen buiten de Europese Unie (EU), de Europese Economische Ruimte (EER) of een staat waarmee de EU een specifieke associatieovereenkomst heeft gesloten niet langer in aanmerking genomen.
Concurrentie
In de vennootschapsbelasting zijn de deelnemingsvrijstelling en de objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten erop gericht om bedrijven die in het buitenland actief zijn zoveel mogelijk onder gelijke fiscale voorwaarden te laten concurreren met lokale bedrijven die aldaar actief zijn. Op grond van de deelnemingsvrijstelling is de winst die een Nederlands belastingplichtige moedervennootschap ontvangt door middel van een uitkering door een binnenlandse of buitenlandse dochtervennootschap onder voorwaarden vrijgesteld. Over de wenselijkheid van deze maatregel bestaat echter geen consensus binnen de Adviescommissie. Dubbele belastingheffing wordt daarmee zoveel mogelijk voorkomen door op het niveau van de moedervennootschap een winst (positief of negatief) vrij te stellen. De liquidatieverliesregeling vormt een uitzondering op de deelnemingsvrijstelling. Op grond van de liquidatieverliesregeling kan een belastingplichtige verliezen die ontstaan als gevolg van de liquidatie van een binnenlandse of buitenlandse deelneming (een ontbonden lichaam) toch in aanmerking nemen. De gedachte achter de liquidatieverliesregeling is om verlies dat bij liquidatie van een deelneming opkomt, bij de moedervennootschap tot uitdrukking te brengen, aangezien anders in het geheel geen verlies in mindering kan worden gebracht. De stakingsverliesregeling vormt een uitzondering op de objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten. De stakingsverliesregeling, die ziet op stakingsverliezen die een belastingplichtige realiseert wanneer hij ophoudt winst uit een andere staat te genieten, is vergelijkbaar met de liquidatieverliesregeling. Met dit wetsvoorstel beperkt het kabinet de reikwijdte van deze regelingen.
Past binnen evenwichtig belastingstelsel
De huidige liquidatie- en stakingsverliesregeling bieden een zeer ruime mogelijkheid om verliezen uit het buitenland ten laste te brengen van de Nederlandse belastinggrondslag. Deze mogelijkheid kan dermate ruim zijn, dat het kabinet de opvatting van de initiatiefnemers deelt dat een versobering van deze regelingen passend is binnen een evenwichtig belastingstelsel en ter voorkoming van uitholling van de Nederlandse belastinggrondslag. Het kabinet stelt voor om door middel van enkele nieuwe voorwaarden beperkingen aan te brengen in de huidige regelingen. De voorgestelde beperkingen van de liquidatie- en stakingsverliesregeling treden in werking per 1 januari 2021 waarbij de bepalingen voor het eerst van toepassing zijn op boekjaren die starten op of na 1 januari 2021.
Geef een reactie