De Eerste Kamer heeft 21 mei ingestemd met het wetsvoorstel herziening partneralimentatie. Het initiatiefvoorstel van de Tweede Kamerleden Van Wijngaarden (VVD) , Kuiken (PvdA) en Groothuizen (D66) beperkt de duur van de partneralimentatie.
De duur van de partneralimentatie wordt de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van vijf jaar. Daarop zijn twee wettelijke uitzonderingen: langdurige huwelijken en huwelijken met jonge kinderen.
Bij huwelijken langer dan vijftien jaar, waarbij de leeftijd van de alimentatiegerechtigde ten hoogste tien jaar lager is dan de AOW-leeftijd, wordt de duur van de partneralimentatie maximaal tien jaar. Alimentatiegerechtigden van 50 jaar en ouder die langer dan vijftien jaar zijn getrouwd, hebben recht op tien jaar alimentatie. Deze extra maatregel vervalt na zeven jaren. Bij huwelijken met kinderen, die de leeftijd van twaalf jaar nog niet hebben bereikt, wordt de duur van de partneralimentatie maximaal twaalf jaar.
In het voorstel is een hardheidsclausule voor schrijnende gevallen opgenomen en is voorzien in overgangsrecht. Ook worden de berekeningen van de behoefte en draagkracht, die aan de beschikking over het verstrekken van levensonderhoud ten grondslag liggen, verstrekt aan de verzoeker en de in de procedure verschenen belanghebbenden.
Inwerkingtreding
Lopende alimentatieverplichtingen worden niet geraakt door de nieuwe wet. De nieuwe regels zijn slechts van toepassing op een uitkering tot levensonderhoud die op of na het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet herziening partneralimentatie tussen partijen is overeengekomen.
De nieuwe regels gaan vanaf 2020 gelden.
Meer informatie: Wetsvoorstel herziening partneralimentatie, 21 mei 2019
Geef een reactie