Het wetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024 is 31 mei aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel zorgt ervoor dat multinationals en binnenlandse bedrijven met een omzet van € 750 miljoen of meer altijd ten minste effectief 15% aan belasting over hun winst betalen.
In het Inclusive Framework (IF), georganiseerd door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), staat de herziening van het internationale belastingsysteem hoog op de agenda. In oktober 2021 is een akkoord bereikt over de herziening van het internationale belastingstelsel. Het akkoord wordt door 138 staten gesteund in het IF en is vormgegeven door middel van twee pijlers. Pijler 1 van het IF-akkoord regelt een andere verdeling van winsten en heffingsrechten tussen staten voor de circa 100 grootste en meest winstgevende multinationale groepen, waaronder de grootste digitale bedrijven. De Pijler 1- maatregelen maken geen deel uit van dit wetsvoorstel. Pijler 2 van het IF-akkoord regelt een wereldwijd minimumniveau van belastingheffing voor multinationale groepen. Pijler 2 bewerkstelligt dat multinationale groepen met een omzet van € 750 miljoen of meer altijd ten minste effectief 15% aan belasting over hun winst betalen.
Laagbelastende staat
De bijheffing tot een effectief tarief van 15% is slechts aan de orde indien door de in een staat gevestigde groepsentiteiten effectief te weinig winstbelasting is betaald (laagbelastende staat). De te weinig geheven winstbelasting wordt bepaald door het bijheffingspercentage (de som van het minimumbelastingtarief minus het effectieve belastingtarief) te vermenigvuldigen met de grondslag (de zogenoemde overwinst). Dit wetsvoorstel is van toepassing op groepsentiteiten (veelal vennootschappen) van zowel multinationale groepen als binnenlandse groepen, met een jaaromzet van ten minste € 750 miljoen.
Met dit wetsvoorstel wordt de prikkel voor bedrijven om winsten te verschuiven naar laagbelastende staten verminderd. Daarnaast beoogt het wetsvoorstel een ondergrens te stellen aan belastingconcurrentie tussen staten. Hiermee moet een race naar de bodem in de winstbelasting worden voorkomen en een gelijker speelveld worden gecreëerd voor internationaal opererende bedrijven.
BES-eilanden
Hoewel de BES-eilanden (de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba) geen integraal deel uitmaken van de Europese Unie, heeft de inzet die Nederland als deelnemer van het IF heeft ook gevolgen voor het Caribische deel van Nederland, niet in de laatste plaats omdat op de BES-eilanden een winstbelasting ontbreekt. Omdat de BES-eilanden volledig deel uitmaken van het Nederlandse staatsbestel is het wenselijk om het wetsvoorstel ook daar van toepassing te laten zijn, ongeacht het feit dat de impact van de Pijler 2-maatregelen beperkt zal zijn. In het pakket Belastingplan 2024 wordt geregeld dat het wetsvoorstel – kort gezegd – ook op de BES-eilanden zal gelden.
De inwerkingtredingsdatum van het wetsvoorstel is voorzien op 31 december 2023. De Belastingdienst gaat daarna de wet effectief tot uitvoering brengen. Dit gebeurt onder ander door de oprichting van een expertiseteam Pijler 2.
Bron: Wetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2), Ministerie van Financien, 31 mei 2023
Online cursus Ontwikkelingen Internationaal Belastingrecht
Het internationale fiscale speelveld verandert in rap tempo. Stap voor stap is de impact BEPS-discussie gegroeid, en daarmee de gevolgen voor het Nederlandse vestigingsklimaat. Wat is er nog mogelijk en wat is niet langer mogelijk (nu of in de toekomst)? Kortom: welke alternatieve structureringen zijn mogelijk om het Nederlandse en Europese vestigingsklimaat aantrekkelijk te houden? Wat is de status van de voorstellen van de Europese Commissie? Welke relevante nationale en Europese rechtspraak is recent gewezen? In dit webinar, bespreekt dr. Arthur Hofman deze recente ontwikkelingen.
Geef een reactie