Vrachtwagens op de Nederlandse snelwegen gaan naar verwachting in de loop van 2026 een heffing per kilometer betalen. Op die manier betalen vrachtwagens uit binnenland en buitenland voor het gebruik van de weg. Met de opbrengst van de heffing wordt geïnvesteerd in verduurzaming en innovatie in de vervoerssector.
Het kabinet heeft het wetsvoorstel voor de vrachtwagenheffing naar de Kamer gestuurd. Het kabinet wilde het wetsvoorstel uitstellen tot na de formatie. De Kamer vreesde dat dat zou betekenen dat de invoering zou worden uitgesteld naar 2027 en riep de minister met een motie op om het voorstel deze zomer naar de Kamer te sturen.
Het wetsvoorstel regelt dat vrachtwagens een heffing per gereden kilometer betalen op de snelwegen en een aantal lokale en regionale wegen. De heffing op lokale en regionale wegen is bedoeld om uitwijkend vrachtverkeer tegen te gaan. De heffing kan ongeveer vier jaar na aanname van het wetsvoorstel door het parlement worden ingevoerd, waarbij het gemiddelde tarief per kilometer ongeveer 15 cent zal bedragen. De Nederlandse vrachtwagenheffing sluit aan bij de systemen van vrachtwagenheffing in Duitsland en België.
Verduurzaming en innovatie
Met de invoering van een vrachtwagenheffing verdwijnt in Nederland de belasting zware motorvoertuigen (het Eurovignet) en wordt de motorrijtuigenbelasting voor vrachtwagens tot ongeveer het Europese minimum verlaagd. De netto-opbrengst van de heffing gaat naar verduurzaming en innovatie van de transportsector. Deze maatregelen richten zich op elektrisch aangedreven vrachtwagens, het gebruik van hernieuwbare brandstoffen, vermindering van het aantal vervoerskilometers.
Minister Visser heeft hierover afspraken gemaakt met de transportorganisaties evofenedex, Transport & Logistiek Nederland en de stichting VERN. De netto-opbrengst van de heffing zal op het moment van invoering naar verwachting ongeveer € 250 miljoen per jaar bedragen.
De eenmalige invoeringskosten van de vrachtwagenheffing lijken significant hoger uit te komen op ongeveer € 400 miljoen. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat een aanpak wordt gekozen waarbij een groter deel van de kosten al wordt gemaakt in de realisatiefase, en enkele andere kostenposten flink hoger lijken uit te pakken. Het ministerie laat extern onderzoek uitvoeren om de kostentoename te verifiëren en te bekijken of de gekozen wijze van uitvoering nog aansluit op het uitgangspunt dat de systeemkosten laag moeten blijven, zodat zoveel mogelijk financiële middelen beschikbaar blijven voor de terugsluis. De vervoerssector zal hier bij betrokken worden.
Bron: Ministerie van Infrastructuur en waterstaat, nr. I E NW/BSK-2021/230545, 15 september 2021 en Wetsvoorstel Wet vrachtwagenheffing
Geef een reactie