De Wet minimumbelasting 2024 (WMB 2024) is per 31 december 2023 in werking getreden. In dit wetsvoorstel worden de resterende onderwerpen uit de administratieve richtsnoeren van februari en juli 2023 en enkele onderdelen uit de administratieve richtsnoeren van december 2023, waarvoor een wettelijke grondslag nodig is, opgenomen in de WMB 2024. Daarnaast worden enkele technische wijzigingen voorgesteld. De overige onderdelen uit de administratieve richtsnoeren van december 2023 en juni 2024 zullen nog worden beoordeeld.
Kwalificerend belang Bij nota van wijziging van 18 oktober 2023 is de definitie voor het begrip ‘kwalificerend belang’ aangepast zodat dit begrip voldoet aan de administratieve richtsnoeren van februari 2023. In de administratieve richtsnoeren van juli 2023 is dit begrip nader aangepast. Met de voorgestelde maatregelen worden deze laatste aanpassingen doorgevoerd.
Kwalificerende verhandelbare belastingtegoeden De fiscale behandeling van kwalificerende verhandelbare belastingtegoeden is thans niet opgenomen in de WMB 2024. Met de voorgestelde maatregel wordt het kader voor dergelijke belastingtegoeden ook onder de reikwijdte van de WMB 2024 gebracht.
Valutaconversie In de administratieve richtsnoeren van juli 2023 heeft de OESO regels gepubliceerd die zien op het omrekenen van bedragen naar een andere valuta voor de toepassing van verschillende Pijler 2-maatregelen. In de WMB 2024 zijn op dit moment geen regels opgenomen om valuta om te rekenen. Met de voorgestelde maatregel worden de door de OESO gepubliceerde omrekenregels opgenomen in de WMB 2024.
Binnenlandse bijheffing Naar aanleiding van vragen uit de praktijk wordt voorgesteld om te voorzien een nadere invulling om de kwalificerende binnenlandse bijheffing en de kwalificerende binnenlandse bijheffing veiligehavenregel in lijn te brengen met de desbetreffende onderdelen van genoemde richtsnoeren.
Voortgewentelde bovenmatige negatieve belastinguitgave Met de voorgestelde maatregel worden de door de OESO gepubliceerde regels ten aanzien van het in aanmerking nemen van een voortgewentelde bovenmatige negatieve belastinguitgave opgenomen in de WMB 2024.
Het uitgesloten inkomen op basis van reële aanwezigheid Het uitgesloten inkomen op basis van reële aanwezigheid is het bedrag dat in mindering komt op het netto kwalificerende inkomen over het verslagjaar in een staat voor het berekenen van de overwinst (de grondslag). Dit uitgesloten inkomen wordt bepaald aan de hand van de werknemerslasten en de materiële activa. In de administratieve richtsnoeren van juli 2023 zijn aanvullende regels gegeven voor het bepalen van het bedrag van het uitgesloten inkomen op basis van reële aanwezigheid. Met de voorgestelde wijzigingen wordt aangesloten bij deze administratieve richtsnoeren.
De tijdelijke Country-by-Country Reporting-veiligehavenregel De aanvullende regels introduceren twee nieuwe maatregelen. Allereerst wordt aan multinationale groepen en binnenlandse groepen die geen kwalificerend landenrapport opstellen, de mogelijkheid geboden om een beroep te doen op de tijdelijke Countryby-Country Reporting-veiligehavenregel. Daarnaast worden maatregelen geïntroduceerd die zien op hybride regelingen. Op grond van de tijdelijke kwalificerendlandenrapportveiligehavenregel kunnen groepen verschillende informatiebronnen gebruiken om aan te tonen dat zij kwalificeren voor deze veiligehavenregel.
Formeelrechtelijke aspecten De OESO heeft in de administratieve richtsnoeren van december 2023 aanvullende regels gepubliceerd omtrent de formeelrechtelijk aspecten. Als gevolg van de werking van de termijnen voor het indienen van de bijheffing-informatieaangifte en de kennisgeving zou een (kort) boekjaar dat eindigt vóór 31 maart 2025 ertoe kunnen leiden dat zowel de groepsentiteit als nationale belastingdiensten te maken kunnen krijgen met het versneld opstellen, indienen en verwerken van voornoemde documenten. Deze versnelling sluit niet aan bij de implementatietermijn die nationale belastingdiensten nodig hebben voor het opzetten van hun systemen om de bijheffing-informatieaangifte en de kennisgeving te kunnen verwerken. Om voornoemde reden heeft de OESO de administratieve richtsnoeren gepubliceerd die erin voorzien dat de indieningsdatum voor de bijheffing-informatieaangifte en de kennisgeving in dergelijke gevallen niet eindigt vóór 30 juni 2026. Met de voorgestelde maatregel worden deze administratieve richtsnoeren opgenomen in de WMB 2024. Voorts wordt voorgesteld de aangiftetermijn, de betalingstermijn en andere formeelrechtelijke termijnen te verlengen voor deze situaties.
Bron: Wetsvoorstel Wet aanpassing wet minimumbelasting 2024, Ministerie van Financiën, 17 september 2024
Geef een reactie