Ter uitvoering van het klimaatakkoord wordt een CO2-heffing ingevoerd die in hoofdzaak ziet op de emissie van broeikasgas (hierna: CO2) bij en voor industriële productie en afvalverbranding.
De heffing belast CO2-uitstoot zodat het onaantrekkelijker wordt om uit te stoten en aantrekkelijker om te reduceren. De heffing geldt nadrukkelijk als borgingsmechanisme om CO2-reductie te realiseren en de reductiedoelstelling te halen. De heffing is aanvullend op het Europese emissiehandelssysteem EU ETS en sluit hier nauw bij aan.
De CO2-heffing is vormgegeven als een heffing met een afnemende vrijgestelde voet. Een deel van de uitstoot wordt vrijgesteld (in de vorm van dispensatierechten); alleen de emissies die met het oog op de industriële reductiedoelstelling van het Klimaatakkoord en daaropvolgende herijkingen, gereduceerd moeten worden, zullen belast worden. De vrijgestelde emissies zullen lineair worden afgebouwd tot in het jaar 2030 alleen dat deel is vrijgesteld dat correspondeert met de reductiedoelstelling.
Officiële stukken Wetsvoorstel Wet CO2-heffing industrie
Geef een reactie