Starters op de woningmarkt krijgen bij de aankoop van hun woning een vrijstelling van overdrachtsbelasting. Voor doorstromers geldt een tarief van 2%. In beide gevallen moet de woning als hoofdverblijf dienen. Voor andere woningen gaat het algemene tarief gelden dat wordt verhoogd naar 8%.
Voor starters op de woningmarkt wordt voorgesteld om met ingang van 1 januari 2021 een eenmalige vrijstelling van overdrachtsbelasting te introduceren. Hiervoor moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. De vrijstelling geldt voor verkrijgers die meerderjarig en jonger dan vijfendertig zijn, die een woning of een recht waaraan een woning is onderworpen (hierna worden beide aangeduid met woning) verkrijgen, die deze woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaan gebruiken en die de vrijstelling niet eerder hebben gebruikt.
Andere natuurlijke personen – niet zijnde starters – die een woning verkrijgen, hebben recht op de toepassing van het verlaagde tarief van 2%, mits zij de woning verkrijgen om deze anders dan tijdelijk als hoofdverblijf te gaan gebruiken. Doorstromers op de woningmarkt kunnen derhalve van het verlaagde tarief van 2% gebruik blijven maken.
Alle overige verkrijgingen worden vanaf 1 januari 2021 belast tegen het hogere algemene tarief. Dit wordt met ingang van 1 januari 2021 verder verhoogd naar 8%. Naast de verkrijging van niet-woningen, zoals bedrijfspanden, worden verkrijgingen van woningen die niet, of slechts tijdelijk, als hoofdverblijf gebruikt gaan worden belast tegen 8%. Dit geldt bijvoorbeeld voor een vakantiewoning, een woning die ouders kopen voor hun kind en verkrijgingen van woningen door niet-natuurlijke personen, zoals rechtspersonen, bijvoorbeeld woningcorporaties.
Officiële stukken wetsvoorstel Wet differentiatie overdrachtsbelasting
Geef een reactie