Na jaren onderhandelen is de nieuwe Pensioenwet aangeboden aan de Tweede Kamer. Het gaat om een van de grootste hervormingen in het pensioenstelsel in Nederland ooit. De zekerheid over de hoogte van het bedrag verdwijnt.
Het pensioen wordt straks beweeglijker. Als het goed gaat met de economie, dan gaat het verwachte pensioen of de uitkering omhoog. Maar gaat het economisch slechter, dan kan het pensioen omlaag gaan.
Het tweede doel van dit wetsvoorstel is om pensioen voor de deelnemers transparanter en persoonlijker te maken. Iedereen gaat pensioen opbouwen via een premieregeling. De pensioenpremie staat centraal en wordt voor alle leeftijden gelijk.
Indexatie
In het wetsvoorstel zijn ook afspraken gemaakt om in de transitieperiode (2023-2027) al met de blik van het nieuwe stelsel naar het huidige stelsel te kijken. Pensioenfondsen die de intentie hebben om ook de huidige pensioenen over te zetten naar het nieuwe stelsel (het zogenoemde invaren) mogen onder voorwaarden met versoepelde indexatieregels rekenen. Hierdoor is er ook in aanloop naar de overgang op het nieuwe stelsel al meer zicht op indexatie.
Voor het jaar 2022 wordt door een apart besluit geregeld dat fondsen, vooruitlopend op de nieuwe pensioenwet, ook de ruimte krijgen om sneller te indexeren. Het voornemen is dat dit besluit per 1 juli 2022 in werking treedt.
Verplichtstelling
De mogelijkheid van verplichtstelling blijft. De fiscale facilitering blijft ruim genoeg om na de loopbaan met pensioen te gaan met 80% van het gemiddelde loon. Ook blijft de bestaande rolverdeling tussen de betrokken partijen behouden. De overheid stelt het wettelijk kader vast en zorgt voor de fiscale facilitering van de arbeidsvoorwaarde pensioen. Werkgevers en werknemers sluiten pensioenovereenkomsten en laten deze uitvoeren door een pensioenuitvoerder, terwijl DNB en AFM toezicht houden.
Afhankelijk van de wetsbehandeling in de Tweede en Eerste Kamer, gelden de regels naar verwachting vanaf 1 januari 2023. De sociale partners en pensioenuitvoerders krijgen dan 4 jaar de tijd om pensioenregelingen aan te passen aan de nieuwe wetgeving, dus tot 1 januari 2027. De verdeling van de circa € 1800 miljard aan pensioenvermogen lijkt het grootste strijdpunt rond het wetsvoorstel te worden. Er zijn diverse internetconsultaties gestart over de wet toekomst pensioenen.
Wet pensioenverdeling bij scheiding uitgesteld
De Wet pensioenverdeling bij scheiding zal niet per 1 juli 2022 ingaan. De minister schrijft daarin dat zij van plan is om de inwerkingtredingsdatum van het wetsvoorstel op te schuiven naar 1 januari 2027.
In het kort zijn hier twee redenen voor. Ten eerste kunnen pensioenuitvoerders hierdoor in de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel alvast rekening houden met de aanpassingen die volgen uit het wetsvoorstel pensioenverdeling bij scheiding. Ten tweede voorkomt uitstel dat pensioenuitvoerders kort na elkaar twee ingrijpende (ICT-)wijzigingen moeten doorvoeren. Omdat daardoor goede elementen van deze wet pas in 2027 in werking zullen treden, wil de minister enkele overbruggingsmaatregelen introduceren bij nota van wijziging bij de Wps. Over deze plannen is de minister met de sector in overleg en zal zij de Kamer later informeren.
Fiscale uitvoeringsregelingen Wet toekomst pensioenen
Bron: Wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen, Ministerie SZW, 30 maart 2022
Geef een reactie