Met dit wetvoorstel verhoogt het kabinet het kindbedrag structureel met ingang van 1 januari 2025. Dit wetsvoorstel is daarmee onderdeel van een pakket koopkrachtmaatregelen dat per 1 januari 2025 van kracht wordt. De intensivering van het kindgebonden budget is gericht op het verminderen van de (kinder-)armoede.
Als onderdeel van de maatregelen uit de augustusbesluitvorming 2024 stelt het kabinet een aantal aanpassingen van het kindgebonden budget voor bovenop de jaarlijkse inflatiecorrectie. Deze aanpassingen worden toegepast na doorvoering van de beleidsmatige aanpassingen die volgen uit het Belastingplan 20254 en de reguliere indexering, met 1 januari 2025 als beoogde inwerkingtredingsdatum. Per 1 januari 2026 stelt de regering vervolgens de volgende aanpassingen voor: 1. Het verhogen van het maximumbedrag van het eerste kind met €66,-in 2026, €64,-in 2027 en €66,-in 2028. 2. Het verhogen van het maximumbedrag voor het tweede en volgende kind met €66,- in 2026, €64,-in 2027 en €66,-in 2028. 3. Het verhogen van het afbouwpercentage naar 7,60% per 1 januari 2026. 4. Het verhogen van het afbouwpercentage naar 8,05% per 1 januari 2027. 5. Het verhogen van het afbouwpercentage naar 8,50% per 1 januari 2028. De aanpassingen van de genoemde (maximum)bedragen in het kindgebonden budget vinden plaats nadat de bedragen van het kindgebonden budget uit 2024 beleidsmatig zijn aangepast5 en zijn geïndexeerd met de tabelcorrectiefactor (tcf) die voor 2025 1,2% bedraagt.
Bron: Wetsvoorstel Wet tot wijziging van de Wet op het kindgebonden budget tot intensivering van het kindgebonden budget in verband met de koopkrachtondersteuning, Ministerie van Financien, 17 september 2024
Geef een reactie