Een stel moet een heel jaar huurtoeslag terugbetalen, omdat zij op de peildatum van de Belastingdienst een schade-uitkering op hun rekening hadden staan. Staatssecretaris Wiebes van Financiën creëert hiervoor geen nieuwe uitzonderingen. Dat antwoordde hij op vragen van de Tweede Kamer.
Volgens de staatssecretaris koos de wetgever destijds bewust voor één peildatum (1 januari) om het vermogen van de box 3-grondslag vast te stellen. Daarbij was bekend dat ook sprake kan zijn van kortstondige bezittingen die in aanmerking komen met mogelijk nadelige gevolgen. In dat soort gevallen kan de Belastingdienst geen maatwerk leveren, schrijft Wiebes. ‘Ook de fiscus is gehouden de wet- en regelgeving die geldt voor de inkomstenbelasting en huurtoeslag uit te voeren.’ De box 3-grondslag maakt geen onderscheid in de bestemming voor of herkomst van het vermogen. Daarnaast zou volgens Wiebes het geld dat is ontvangen uit een brandschadeverzekering binnen niet al te lange tijd na ontvangst worden uitgegeven, waardoor hij de kans klein acht dat dergelijke uitkeringen op de peildatum nog op iemands rekening staan.
De staatssecretaris ziet ook geen aanleiding om schade-uitkeringen te beschouwen als bijzonder vermogen: ‘Als het gaat om schadevergoedingen biedt de Uitvoeringsregeling Awir op dit moment alleen de mogelijkheid vermogensbestanddelen uit te zonderen wanner het gaat om vergoedingen voor immateriële schade. Schade-uitkeringen zoals in het genoemde voorbeeld hebben een puur materieel karakter en vloeien voort uit een civielrechtelijke overeenkomst. Deze schadevergoedingen doen zich voor in een omvang die van een heel andere orde van grootte is dan de bestaande uitzonderingen’, aldus Wiebes.
Meer informatie: Ministerie van Financiën, 8 mei 2017
Geef een reactie