Het gebruik van wifi is zo gewoon en algemeen geworden, dat het aanbieden hiervan onlosmakelijk is verbonden met de verhuur van vakantiewoningen. Hiervoor mag dan ook het lage btw-tarief van 6% worden gerekend, oordeelde Rechtbank Gelderland.
Vakantiegangers die een vakantiewoning huurden, kregen in 2014 en 2015 tegen betaling een code voor wifi. Alleen mensen met een reserveringscode konden een wificode aanvragen. De rechtbank is van oordeel dat wifi eraan bijdraagt dat optimaal gebruik kan worden gemaakt van het verblijf in de vakantiewoning. Met die motivatie kan het verstrekken van wifi onder de hoofdprestatie worden geschaard (HvJ 10 november 2016, Baštová en HvJ 18 januari 2018, Stadion Amsterdam) en tegen het lage btw-tarief in rekening worden gebracht. Daarbij is wel van belang dat de wifi niet ergens anders dan in de vakantiewoning te gebruiken was en tegen een relatief kleine vergoeding werd verstrekt. Dat de wifi afzonderlijk werd aangeboden en gefactureerd, deed daar niets aan af.
Overigens probeerde de verhuurder van de vakantiewoningen hetzelfde argument voor het leveren van gasflessen in te brengen. Maar die vlieger ging niet op. Omdat het gas niet uitsluitend ter plaatse kon worden gebruikt, werd dit als een afzonderlijke prestatie gezien.
Meer informatie: Rechtbank Gelderland, 22 februari 2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:789
Geef een reactie