De staatssecretaris van Financiën heeft een wijziging van het besluit van 9 oktober 2015, nr. DGB 2015/7010M (Stcrt. 36798) gepubliceerd over internationale aspecten bij de loonheffing en inkomstenbelasting van pensioenen en stamrechten.
De wijziging betreft het vervallen van twee voorwaarden bij internationale waardeoverdrachten van pensioenkapitaal van werknemers aan buitenlandse, fiscaal niet-aangewezen pensioenuitvoerders gevestigd binnen de EU, de EER of Zwitserland. Dit naar aanleiding van twee arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 16 november 2023, ECLI:EU:C:2023:875 en ECLI:EU:C:2023:878.
Zoals eerder aangekondigd zal aan deze arresten uitvoering worden gegeven door bij een individuele waardeoverdracht van pensioenkapitaal van een mobiele werknemer aan een binnen de EU, de EER of Zwitserland gevestigde pensioenuitvoerder niet langer te vereisen:
- dat de afkoopmogelijkheden in het andere land niet ruimer mogen zijn dan de afkoopmogelijkheden op grond van de Pensioenwet; en
- dat de buitenlandse ontvangende pensioenuitvoerder een overeenkomst sluit met de Belastingdienst waarin de buitenlandse pensioenuitvoerder aansprakelijkheid aanvaardt voor de door de gerechtigde werknemer verschuldigde belasting en revisierente ter zake van belastbare feiten met betrekking tot het overgedragen pensioen dan wel dat de werknemer zekerheid stelt.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 5 april 2024 en werkt terug tot en met 16 november 2023.
Bron: Besluit van 21 maart 2024, nr. 2024-6955, Ministerie van Financien, Stcrt. 2024, 10467
Geef een reactie