De staatssecretaris van Financiën heeft een wijziging van het besluit van 11 januari 2007, nr. CPP2006/1870M (Stcrt. 2007, 15) gepubliceerd.
De wijziging betreft een einddatum van de werking van dit besluit. Het beleid dat is opgenomen in dit besluit geldt tot en met 31 december 2024. Dit houdt verband met de inwerkingtreding op 1 januari 2025 van de artikelen I, II, III en VII van de Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling. Vanaf de inwerkingtreding van deze wetsartikelen is de definitie van een fonds voor gemene rekening van artikel 2, vierde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 aangepast en is in artikel 2.14bis, zevende lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 het begrip ’transparant fonds’ geïntroduceerd. Vanaf 1 januari 2025 is voor het zijn van een fonds voor gemene rekening onder andere vereist dat het fonds wordt aangemerkt als een beleggingsfonds of fonds voor collectieve belegging in effecten als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht. Daarbij is het zogenoemde toestemmingsvereiste niet meer doorslaggevend voor de vraag of er sprake is van een fonds voor gemene rekening dan wel van een transparant fonds. Met deze wijziging wordt bereikt dat het besluit van toepassing blijft op de kalenderjaren vóór de inwerkingtreding van de artikelen I, II, III en VII van de Wet aanpassing fonds voor gemene rekening, en niet van toepassing is op de kalenderjaren vanaf de inwerkingtreding van deze wetsartikelen. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.
Bron: Besluit van 19 november 2024, nr. 2024-14420, Ministerie van Financiën, Stcrt, 2024, 38346
Geef een reactie