De staatssecretaris van Financiën heeft een conceptbesluit opgesteld dat onder andere een wijziging inhoudt in de regeling voor de deelnemingsrenteaftrek. De wijziging zal leiden tot een verruiming van het begrip reorganisatie.
Bovenmatige deelnemingsrente
Als een holding de overnames van deelnemingen voor een bovenmatig deel financiert met vreemd vermogen, treedt een aftrekbeperking in werking. Deze aftrekbeperking geldt slechts voor zover het bedrag aan bovenmatige deelnemingsrente meer bedraagt dan € 750.000. Voor de berekening van het bedrag aan bovenmatige deelnemingsrente, zie de formule in: ‘Staatssecretaris wil Bosal-gat dichten’).
Uitzondering bij reorganisatie
De wetgever heeft in de wettelijke bepaling de mogelijkheid gecreëerd om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur afwijkende regels in te voeren in het geval van bepaalde situaties. Dit is onder meer het geval bij reorganisaties. Deze afwijkingen zijn opgenomen in het Besluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente. Zie ook ‘Besluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente in werking’).
Kwalificerende verkrijgingsprijs
Om te begrijpen wat de werking is van de uitzondering moet men weten dat de hoogte van de bovenmatige deelnemingsrente, die eventueel in aftrek wordt beperkt, mede afhankelijk is van de deelnemingsschulden. Er is sprake van een deelnemingsschuld voor zover het gezamenlijk bedrag van de verkrijgingsprijs van de deelnemingen uitgaat boven het eigen vermogen. Een hoger bedrag aan verkrijgingsprijzen leidt dus tot een hoger bedrag aan bovenmatige deelnemingsrente. Men mag echter de verkrijgingsprijs van een deelneming buiten beschouwing laten voor zover het belang in het desbetreffende lichaam is verworven of uitgebreid in verband met de uitbreiding van de operationele activiteiten van de groep. Deze uitbreiding van de operationele groepsactiviteiten moet binnen twaalf maanden vóór of na de verwerving/uitbreiding van de deelneming plaatsvinden. De verkrijgingsprijs die vanwege een uitbreiding van de operationele activiteiten buiten beschouwing mag blijven, wordt de kwalificerende verkrijgingsprijs genoemd.
Huidig begrip reorganisatie
Het Besluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente stelt dat de kwalificerende verkrijgingsprijs op een afwijkende manier kan worden berekend in het geval van reorganisatie. Volgens het huidige Besluit is sprake van een reorganisatie als:
- de bezittingen van een lichaam, dat tot een concern behoort, veranderen doordat dit lichaam aandelen verkrijgt van een ander lichaam binnen hetzelfde concern;
- aandelen worden verkregen in een lichaam waarin een ander lichaam, dat tot hetzelfde concern behoort, aandelen heeft ingebracht tegen uitreiking van aandelen en het eerstgenoemde lichaam tot het concern behoort of door die uitreiking tot het concern gaat behoren; of
- vermogensbestanddelen anders dan aandelen worden verkregen door/ ingebracht tegen uitreiking van aandelen in een lichaam dat tot het concern behoort of als gevolg van die uitreiking tot het concern gaat behoren.
Bepaling verkrijgingsprijs bij reorganisatie
In het geval van een reorganisatie moet de bv het kwalificerende deel van de verkrijgingsprijs van verkregen aandelen als volgt berekenen. Om te beginnen neemt zij de verkrijgingsprijs van deze aandelen toen het concern voor het eerst deze aandelen verkreeg. Er vindt dus een soort doorschuiving plaats. Dit bedrag wordt vervolgens vermeerderd met op de aandelen gedane kapitaalstortingen en verminderd met terugbetalingen van kapitaal voor zover:
- de eerste verkrijging door het concern en de kapitaalstortingen verband hielden met een uitbreiding van de operationele activiteiten; en
- de activiteiten van het lichaam waarin de bv zelf de aandelen verkrijgt (in)direct zijn aan te merken als operationele activiteiten.
De vermeerdering/vermindering met de kapitaalstortingen/teruggaven kan niet ertoe leiden dat de kwalificerende verkrijgingsprijs meer bedraagt dan de verkrijging op het tijdstip waarop de bv zelf de aandelen heeft verkregen.
Aanpassing reorganisatiebegrip
Volgens de huidige bepalingen vinden reorganisaties dus alleen plaats in concernverband. Daarbij gaat het in beginsel om belangen van eenderde of meer. Maar de staatsecretaris wil dat ook sprake is van een reorganisatie als bijvoorbeeld een deelneming (belang van minimaal 5%) na een juridische fusie is opgegaan in een andere deelneming. Deze andere deelneming hoeft niet tot hetzelfde concern te behoren als de verdwenen deelneming. Wel moet er zowel vóór als na de fusie sprake zijn van een deelneming van een lichaam dat tot het concern behoort. De staatssecretaris past daarom het besluit zo aan dat de doorschuifregeling ook van toepassing is als sprake is van een deelneming van de inbrengende vennootschap. Verder verduidelijkt hij dat de kwalificerende verkrijgingsprijs maximaal de verkrijgingsprijs is bij de eerste verkrijging door het concern van de aandelen die deel uitmaken van de reorganisatie.
Als het conceptbesluit ongewijzigd wordt doorgevoerd, zullen de zojuist behandelde wijzigingen terugwerken tot en met 1 januari 2013.
Wet: artikel 13l, vijfde en elfde lid Wet Vpb 1969
Besluit: artikelen 2 en 4 Besluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente
Meer informatie: ministerie van Financiën, 13 oktober 2014, kenmerk DB/2014/ 416
Geef een reactie