Onlangs lichtte de staatssecretaris van Financiën het wijzigingsprotocol bij het nieuwe verdrag tussen Nederland en Duitsland toe aan de Tweede Kamer. Dit wijzigingsprotocol is in het bijzonder gericht op piloten en zeevarenden.
In het wijzigingsprotocol is afgesproken dat het heffingsrecht over het salaris dat wordt genoten door werknemers aan boord van een schip of luchtvaartuig in het internationale verkeer, ligt bij het verdragsland waar de werkelijke leiding van de scheep- of luchtvaartonderneming zich bevindt. Over dit wijzigingsprotocol is in juli overeenstemming bereikt met Duitsland. Hiermee is de oorspronkelijk voorgenomen woonstaatheffing niet alleen voor piloten, maar ook voor
zeevarenden van de baan.
In het wijzigingsprotocol worden ook enkele technische punten geregeld. Zo leidt een activiteit op het continentale plat (artikel 5, vierde lid) die ook als bouw-, constructie- of installatiewerkzaamheid (artikel 5, derde lid) zou kunnen kwalificeren, al tot een vaste inrichting vanaf het moment dat de activiteiten 30 dagen in beslag nemen. Verder is op Duits verzoek via het wijzigingsprotocol de toepassing van de grens van € 15.000 voor pensioenen, lijfrenten en socialezekerheidsuitkeringen (artikel 17) wordt verduidelijkt. Bij de bepaling of deze grens wordt overschreden worden alle onder artikel 17 ressorterende uitkeringen per belastingplichtige samen genomen.
Meer informatie: ministerie van Financiën, 5 september 2014, IZV/2014/357 M
Geef een reactie