Bij verkoop van panden door een dga van een aanneembedrijf is het resultaat in privé onder voorwaarden belast als resultaat uit overige werkzaamheden. Die voorwaarden zijn onder meer het kennisniveau van de dga, de gang van zaken bij de vennootschap en in privé, het ontbreken van concrete aanwijzingen voor verhuur of zelfbewoning en de korte periode tussen aan- en verkoop van de onroerende zaken.
Een dga had via A B.V. alle aandelen in B B.V., Deze B.V. verrichtte aanneemwerkzaamheden en kocht panden op met de bedoeling deze na verbouwing met winst te verkopen. Op 10 maart 2011 kocht de dga in privé een woning. De kosten voor het opknappen betaalde de dga in privé. Op 2 maart 2012 verkocht de dga de woning met winst aan een derde. De daarmee behaalde winst verantwoordde de dga in de aangifte vennootschapsbelasting van A B.V. In zijn aangifte inkomstenbelasting gaf hij niets van deze transactie aan. Op 10 juli 2012 kocht de dga een andere onroerende zaak. Deze onroerende zaak verkocht de dga na verbouwing tot woning met winst op 25 juni 2013. De kosten en een gedeelte van de opbrengst van deze woning nam de dga in aanmerking in de aangifte vennootschapsbelasting bij B B.V. Ook van deze woning gaf hij in zijn aangifte inkomstenbelasting niets aan.
Bijzondere kennis
Bij Rechtbank Noord-Holland is in geschil of de verkoopopbrengsten op de onroerende zaken in privé bij de dga als resultaat uit overige werkzaamheden is belast. De rechtbank vindt dat dit zo is De dga heeft een bijzondere kennis van de aan- en verkoop van panden. De feitelijke gang van zaken bij de aan- en doorverkoop van de panden in privé wijkt niet af van de gang van zaken bij de vennootschappen van de dga. De relatief korte periode tussen aan- en verkoop en het ontbreken van enige aanwijzing voor verhuur of zelfbewoning is ook niet in het voordeel van de dga. Voor zelfbewoning van de tweede onroerende zaak heeft de dga een notariële verklaring overgelegd, maar conrete aanwijzingen daarvoor staan in de offerte, leveringsakte of hypotheekakte voor die onroerende zaak. Omdat de dga deze niet wil overleggen moet hij de nadelige gevolgen daarvan maar zelf dragen. De rechtbank oordeelt dat de behaalde winsten bij verkoop van de onroerende zaken als resultaat uit overige werkzaamheden is belast.
Wet: art. 3.91 (lid 1 letter c) Wet IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland 30 april 2019 (gepubliceerd 8 mei 2019), ECLI:NL:RBNHO:2019:3615
Geef een reactie