De waardering van een ter beschikking gestelde onroerende zaak hoeft bij het einde van de tbs niet noodzakelijkerwijs plaats te vinden volgens dezelfde methode als bij het begin van de tbs. Dit oordeelde Hof Den Bosch.
Een man was voor de onverdeelde helft eigenaar van een kantoorpand. Dit pand werd verhuurd aan een bv waarin de man een aanmerkelijk belang had. De terbeschikkingstelling (tbs) van het pand aan zijn bv eindigde op 31 januari 2006. Tussen de inspecteur en de man was onder meer discussie over de waarderingsmethoden die werden toegepast om de waarde in het economische verkeer van het eigendomsaandeel te berekenen. Hof Den Bosch oordeelde dat men niet verplicht was dezelfde waarderingsmethode toe te passen voor de waardevaststelling per begin en einde van de terbeschikkingstelling. Het stond de man vrij bij de waardering van dezelfde zaak op verschillende waardepeildata gebruik te maken van verschillende waarderingsmethoden. Voorwaarde was wel dat die methoden als zodanig geschikt waren voor de vaststelling van de waarde in het economische verkeer van die zaak. Omdat aan deze voorwaarde werd voldaan in deze zaak, kreeg de inspecteur ongelijk.
Meer informatie: Gerechtshof Den Bosch, 14 september 2012 (gepubliceerd op 1 november 2012), LJN: BY1984
Geef een reactie