Wie na een ruzie met zijn partner de echtelijke woning verlaat, doet er goed aan de sleutels van zijn auto mee te nemen als het bijbehorende kenteken geschorst is. Hof Arnhem heeft namelijk duidelijk gemaakt dat ook in die situatie de weglopende partner verantwoordelijk blijft voor een eventueel verboden gebruik van de auto.
Als de houder van een kenteken schorsing aanvraagt, hoeft hij over de schorsingsperiode geen motorrijtuigenbelasting (MRB) te betalen. De houder moet alsnog MRB betalen als hij zelf of iemand anders de auto gebruikt tijdens de schorsingsperiode (zie ook ‘Eén dag MRB over één dag gebruik tijdens schorsingsperiode'). Dit overkwam ook een vrouw die geen rijbewijs had maar wel kentekenhouder was. Deze vrouw had schorsing aangevraagd voor het kenteken van de auto. Op een dag tijdens de schorsingsperiode kreeg zij ruzie met haar toenmalige echtgenoot en verliet daarop de echtelijke woning. Zij kwam daar niet meer terug. De volgende dag merkte een politieagent dat de echtgenoot de auto gebruikte. Nadat dit was gemeld aan de Belastingdienst, kreeg de vrouw een naheffingsaanslag MRB opgelegd inclusief boete. De vrouw ging in beroep tegen de aanslag en de boete. Zij stelde dat zij geen enkele schuld had aan het gebruik van de auto door haar (ex-)echtgenoot. Het hof vond echter dat de vrouw na het aanvragen van de schorsing wist of had moeten weten dat de auto niet mocht worden gebruikt. Zij had er voor moeten zorgen dat haar echtgenoot de auto evenmin kon gebruiken, bijvoorbeeld door de autosleutels niet achter te laten in de echtelijke woning. Er was geen afwezigheid van alle schuld (avas). De boete was wel eerder verminderd vanwege financiële omstandigheden.
Wet: artikelen 19 en 35, tweede lid Wet MRB 1994 en artikel 67 Wegenverkeerswet 1994
Meer informatie: Hof Arnhem, 20 maart 2012 (gepubliceerd 30 maart 2012), LJN: BW0454
Geef een reactie