Hof Den Bosch heeft bepaald dat de WOZ-waarde van een perceel waarop men alleen een woonwagen mag plaatsen maar de helft mag zijn van de WOZ-waarde van een vergelijkbaar perceel met de bestemming ‘woningbouw’.
Het hof kwam tot dit oordeel in een zaak die de eigenares van een aantal percelen had aangespannen. De vrouw had de percelen gekocht van de gemeente. De percelen kwalificeerden als woonwagenstandplaatsen en de eigenares verhuurde de percelen daarom aan woonwagenbewoners. Eventueel konden de huurders ook een woonwagen huren bij de vrouw. De gemeente ging bij de berekening van de WOZ-waarde van de percelen uit van een waarde van 75% van de grondwaarde bij reguliere woningbouw als bestemming van de grond. Het hof concludeerde dat het verbod een woning te bouwen op een woonwagenstandplaats een grote drukkende factor is. Bovendien is er nauwelijks een markt voor woonwagenstandplaatsen. Het hof oordeelde daarom dat de bestemming ‘woonwagengebied’ de waarde niet met 25%, maar met 50% drukte.
Wet: artikel 22 Wet WOZ
Meer informatie: Hof Den Bosch, 13 januari 2012 (gepubliceerd 12 maart 2012), LJN: BV8493
Geef een reactie