Soms zetten investeerders een constructie op om een zakelijke verwerving van een deelneming te financieren met vreemd vermogen. Heeft dat geen ander gevolg dan het ontstaan van een renteaftrek terwijl de rente bij de ontvanger onbelast is? Dan kan sprake zijn van fraus legis en is de rente toch niet aftrekbaar.
Een groep investeerders kocht via buitenlandse hybride vennootschappen en daartoe opgerichte Nederlandse lichamen een belang in een groep ondernemingen. De lichamen die als koper optraden waren gevoegd in een fiscale eenheid (FE) voor de vennootschapsbelasting. De winst van de gekochte onderneming was door middel van een hybride lening aan de hybride vennootschappen met ca. € 27 miljoen rente verminderd. Hof Amsterdam acht de rente niet aftrekbaar op grond van fraus legis. Daarnaast was een bonus voor het management van de gekochte onderneming ten onrechte bij de FE in aftrek gebracht. Zie ook NTFR 2019/1547 en ‘Ook bij externe acquisitie kan renteaftrekbeperking gelden’.
Fraus legis
In een uitgebreid arrest overweegt de Hoge Raad onder meer het volgende met betrekking tot fraus legis. In Frankrijk kwalificeerden de hybride buitenlandse vennootschappen als fiscaal transparante entiteiten. Daardoor waren zij geen compenserende belasting verschuldigd over de rente die zij ontvingen van de FE. De aanwending van het voor de acquisitie van de onderneming beschikbare vermogen voor het verstrekken van leenvermogen aan de FE heeft geen wezenlijke wijziging gebracht in de vermogenspositie van de buitenlandse vennootschappen. Behalve het fiscale gevolg, bestaat geen economisch relevant verschil tussen enerzijds het (in)direct verwerven van het belang in de groep met uitsluitend eigen vermogen en dezelfde verwerving waarbij men eigen vermogen in vreemd vermogen omzet. Daardoor is hier ondanks de zakelijke motieven om een belang in de groep te verwerven sprake van fraus legis. Het in aftrek toelaten van de rente die de FE over de hybride lening is verschuldigd, leidt tot strijd met doel en strekking van de wet.
Bonussen aan personeel
Met betrekking tot de ‘bonussen aan personeel’ constateert de Hoge Raad dat de bonussen feitelijk voortvloeiden uit verplichtingen van de oude aandeelhouder van de overgenomen onderneming. Deze verplichtingen mag men niet ook nog eens bij de FE in aanmerking nemen. De Belastingdienst heeft deze aftrek dus terecht geweigerd.
Bron: Hoge Raad 16 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1152, 19/02596
Geef een reactie