Een uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 21 juli 2017 blijkt voor inspecteurs een reden te zijn om sneller de stelling in te nemen dat een splitsing plaatsvindt met het oog op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing. Binnenkort in Vakblad Estate Planning 49 betoogt Ad Versluis dat inspecteurs ten onrechte deze stelling innemen.
Geruisloze (af-)splitsing
Bij bedrijfsopvolging of verkoop van de onderneming speelt de mogelijkheid van (juridische) splitsing een grote rol. De overdrager gebruikt de splitsing bijvoorbeeld om vastgoed achter te houden bij een vennootschap of om beleggingsvermogen af te zonderen van de vennootschap met het ondernemingsvermogen, waarna de overdrager vervolgens alleen de vennootschap met het ondernemingsvermogen schenkt of verkoopt aan de bedrijfsopvolger. Bij overdracht van ondernemingsvermogen gelden fiscale faciliteiten in de inkomstenbelasting en schenkbelasting, die niet gelden voor beleggingsvermogen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 21 juli 2017
In de casus van de uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 21 juli 2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:4482, wees de Belastingdienst het verzoek om toepassing van de fiscaal geruisloze afsplitsing voor de vennootschapsbelasting en overdrachtsbelasting af. Na bezwaar wees de Belastingdienst voor de vennootschapsbelasting de geruisloze afsplitsing alsnog toe. Voor de overdrachtsbelasting verklaarde de Belastingdienst het bezwaar ongegrond. De rechtbank verklaarde het beroep hiertegen ongegrond. Aan de beslissing van de inspecteur op het bezwaar tegen het niet verlenen van de geruisloze afsplitsing voor de vennootschapsbelasting kon de belanghebbende geen vertrouwen ontlenen dat voor de overdrachtsbelasting ook sprake was van een fiscaal geruisloze splitsing. Het feit dat de koper van de aandelen niet de gehele onderneming wenste over te nemen en dat vervolgens de activiteiten van de te verkopen B.V. werden gesplitst, vormden volgens de rechtbank aandeelhoudersmotieven en geen bedrijfseconomische motieven.
Zakelijke overweging geruisloze (af-)splitsing
Volgens Versluis passen de inspecteurs door voornoemde rechtbank-uitspraak de splitsingsfaciliteit te terughoudend toe. Aan het optimaliseren van de bedrijfsstructuur door een splitsing voorafgaand aan een verkoop van het bedrijf kunnen volgens Versluis wel degelijk hoofdzakelijk zakelijke overwegingen ten grondslag liggen.
Binnenkort in Vakblad Estate Planning in het artikel ‘De splitsingsfaciliteit ingeperkt?’ geeft Ad Versluis nog een reden waarom inspecteurs de geruisloze afsplitsing te terughoudend toepassen. Bovendien geeft hij aan hoe heffing van overdrachtsbelasting voorkomen had kunnen worden in voornoemde casus van de rechtbank.
Neem nu een kennismakingsabonnement voor € 45!
Wet: Art. 3.56 Wet IB 2001, art. 14a Wet VPB 1969 en art. 15 WBR
Geef een reactie