Een lening die onder ongebruikelijke voorwaarden wordt verstrekt, kan volgens Rechtbank Noord-Nederland toch zakelijk zijn als deze deel uitmaakt van een zakelijk ‘package deal’.
De deal hield in dat de bank bereid was om € 500.000 aan een bv te lenen als de indirecte aandeelhouders ook in privé een achtergestelde lening zouden verstrekken voor de financiering van de overname. Daarnaast eiste de bank dat de koper zich hoofdelijk aansprakelijk moest stellen voor de terugbetaling van het krediet. Een van de indirecte aandeelhouders verantwoordde de resultaten uit de lening in zijn aangiften steeds als resultaat uit overige werkzaamheden (row) en de fiscus had deze verantwoording ook steeds gevolgd. Toen hij de lening ten laste van zijn row wilde afwaarderen, stelde de inspecteur dat de lening achteraf bezien niet behoorde tot het vermogen in de zin van de terbeschikkingstellingsregeling. De lening was, gelet op de onzakelijke voorwaarden (het ontbreken van bedongen zekerheden en een aflossingsschema, de hoofdelijkheid en de achterstelling van de lening op andere vorderingen), aan te merken als een onzakelijke lening.
Afwaardering lening ten laste van row
De rechter besliste dat deze voorwaarden geïsoleerd beschouwd wellicht ongebruikelijk waren. Echter, naast deze voorwaarden moest ook worden gekeken naar de omstandigheden waaronder de lening was verstrekt. In dit geval kon de leningsovereenkomst niet los worden gezien van de package-deal als geheel, waarbij ook van de aandeelhouders in privé een zeker kapitaalblootstelling werd gevraagd. Tegen de achtergrond van de gehele financiering van de overname lag volgens de rechtbank in deze financieringsconstellatie geen op voorhand als onzakelijk te bestempelen rechtsverhouding besloten. Belanghebbende mocht de lening dus afwaarderen ten laste van zijn row.
Wet: Artikel 3.92 Wet inkomstenbelasting 2001
Meer informatie: Rechtbank Noord-Nederland, 24 mei 2016 (gepubliceerd op 31 mei 2016), ECLI:NL:RBNNE:2016:2410
Geef een reactie