Hof Den Haag heeft geoordeeld dat de ritten die een dga heeft gemaakt met de auto van de zaak van zijn vakantieadres naar het adres van een zakenrelatie als zakelijke ritten kwalificeren. Dit geldt zowel voor de heen als de terugreis.
Wie een verklaring geen privégebruik auto aanvraagt, moet desgevraagd een kilometeradministratie kunnen overleggen waaruit blijkt dat niet meer dan 500 privékilometers is gereden met de auto van de zaak. De inspecteur kan naar aanleiding van de overgelegde administratie een naheffingsaanslag opleggen als daaruit blijkt dat bepaalde ritten ten onrechte als zakelijke ritten zijn aangemerkt. Dit is volgens Hof Den Haag niet aan de orde als een werknemer of een dga zijn vakantie tijdelijk onderbreekt door een zakelijke afspraak. In dat geval is zowel de heen- als de terugreis van het vakantieadres naar het adres van de klant aan te merken als zakelijke rit. Deze ritten zijn onlosmakelijke verbonden met de zakelijke afspraak. Ook de rit tussen het vakantieadres en het huisadres om te douchen en om een geschikte kleding aan te trekken om de klant te ontmoeten kwalificeert als een zakelijk rit. Alleen de terugreis van het vakantieadres naar het huisadres was een privé rit. Aangezien het totaal aantal kilometers in deze zaak niet meer bedroeg dan 500 privékilometers bleef de bijtelling voor het privégebruik achterwege.
Wet: artikel 13bis Wet Loonbelasting 1964
Meer informatie: Gerechtshof ’s-Gravenhage, 28 november 2012 (gepubliceerd 1 februari 2013), LJN: BZ0320
Geef een reactie