Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft geoordeeld dat verhuiskosten ook zakelijk kunnen zijn als het bedrijf niet wordt verplaatst. Bijvoorbeeld als de ondernemer verhuist om zo zakelijk gebruikte apparatuur te kunnen opslaan.
Een uitbater van een cafetaria gebruikte onder andere twee vriezers en een koeling voor deze onderneming. Deze apparatuur was ondergebracht in de garage bij de woning van zijn ouders, omdat ze niet waren onder te brengen in de cafetaria. Toen de man de vriezers en koeling niet langer bij zijn ouders kon plaatsen, verhuisde hij binnen de gemeente naar een andere woning met een berging waar hij de apparatuur kon opslaan. De rechtbank zag hierin een zakelijke reden voor de verhuizing, zodat de uitbater recht had op een forfaitaire verhuiskostenaftrek. Dat hij in zijn aangifte geen verhuiskosten had afgetrokken, deed daar niets aan af. Door een overeenkomst van huur van een aanhangwagen te overleggen had de ondernemer bewezen dat hij verhuiskosten had gemaakt. Verder verwierp de rechter de stelling van de inspecteur dat de verhuiskosten niet zakelijk waren omdat de cafetaria zelf niet was verplaatst.
Wet: artikel 3.17, eerste lid, onderdeel a sub 1° Wet IB 2001
Meer informatie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 16 mei 2017 (gepubliceerd 13 juni 2017), ECLI:NL:RBZWB:2017:3379
Geef een reactie