Het Hof van Justitie overweegt dat een pakketbezorger die, binnen een bepaalde bandbreedte, zijn eigen werktijden mag bepalen, zich mag laten vervangen, niet verplicht is werk aan te nemen en ook voor de concurrent mag werken, in beginsel geen worker is in de zin van Richtlijn 2003/88. Dit kan echter anders zijn als sprake is van schijnzelfstandigheid en als er toch een gezagsrelatie is. Het is aan de nationale rechter om dit te beoordelen.
Worker
B is een pakketbezorger. Hij werkt sinds juli 2017 uitsluitend voor de onderneming Yodel. B verricht zijn werkzaamheden op basis van een courier services agreement, waarin is bepaald dat hij een zelfstandig onafhankelijk opdrachtnemer (contractor) is. B stelt zich op het standpunt dat hij een worker is in de zin van Richtlijn 2003/88. Het Watford Employment Tribunal (Verenigd Koninkrijk) overweegt dat B naar Engels recht geen werknemer is, omdat hij zich mag laten vervangen en omdat hij voor verschillende klanten tegelijk mag werken. Het Tribunal vraagt zich echter af of het Engelse recht op dit punt verenigbaar is met Richtlijn 2003/88. Het Tribunal stelt hierover prejudiciële vragen.
Beoordeling Hof van Justitie
Het HvJ EU stelt voorop dat Richtlijn 2003/88 het begrip ‘werker’ niet definieert, maar dat het in eerdere uitspraken heeft geoordeeld dat het begrip wel een autonome Unierechtelijke betekenis heeft. De essentie van een arbeidsovereenkomst is dat een persoon gedurende een zekere periode van tijd diensten verricht voor een andere persoon onder diens gezag en daarvoor een beloning ontvangt. In beginsel is er geen sprake van een worker in de zin van de Richtlijn als de betrokkene de vrijheid heeft om onderaannemers of vervangers in te schakelen voor het door hem te verrichten werk, hij mag kiezen of hij het aangeboden werk wel of niet accepteert en hieraan ook een maximum mag verbinden, hij vrij is om zijn diensten aan derden aan te bieden met inbegrip van concurrenten van de opdrachtgever en hij binnen een bepaalde bandbreedte zijn eigen werktijden mag samenstellen. Voorwaarde is wel dat er geen sprake is van schijnzelfstandigheid en dat er geen gezagsrelatie bestaat tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het is aan de nationale rechter om aan de hand van alle relevante omstandigheden aan de zijde van de betrokkene en de economische activiteit die hij uitvoert, vast te stellen wat zijn professionele status is in de zin van de Richtlijn 2003/88.
‘Sorry We Missed You’
Deze casus doet denken aan de film ‘Sorry We Missed You’ van Ken Loach. Het EU-Hof verwijst naar eerdere arresten waarin het heeft gedefinieerd in welke gevallen er sprake is van een worker in de zin van Richtlijn 2003/88, waaronder JAR 2010/315 (Union syndicale Solidaires Isère), JAR 2015/115 m.nt. Kullmann (Fenoll) en JAR 2018/320 (pleegouders). Het gaat hier om een feitelijke toets. De nationale rechter moet beoordelen of er, gezien alle omstandigheden van het geval, geen sprake is van schijnzelfstandigheid en of er niet in de praktijk toch sprake is van een gezagsverhouding.
Meer informatie: Hof van Justitie EU, 22 april 2020, ECLI:EU:C:2020:288
Geef een reactie