Als twee mensen korter dan vijf jaar samenwonen, worden zij voor de erfbelasting alleen als partners aangemerkt als minimaal zes maanden voor het overlijden van één van hen een notarieel samenlevingscontract is opgesteld. Deze zesmaandentermijn geldt ook bij een ernstige ziekte van de erflater, zo oordeelde Rechtbank Gelderland.
Twee tweelingbroers woonden samen toen in 2013 één van hen na een kort ziekbed overleed. De andere tweelingbroer was de enige erfgenaam en stelde dat hij voor de erfbelasting als partner van zijn broer moest worden aangemerkt. Beide broers stonden echter pas sinds 2010 op hetzelfde adres ingeschreven en woonden dus nog geen vijf jaar samen. Daarom konden zij voor de erfbelasting alleen als partners worden aangemerkt als minimaal zes maanden voor het overlijden van de ene broer een notarieel samenlevingscontract met wederzijdse zorgverplichting was opgesteld. Dit was echter niet gebeurd. Volgens de langstlevende tweelingbroer was hier door medische omstandigheden geen gelegenheid meer voor. Hij stelde vervolgens dat de zesmaandentermijn in strijd zou zijn met het gelijkheidsbeginsel. Volgens hem worden mensen die vanwege een medische diagnose een kortere overlevingstijd hebben, gediscrimineerd. De rechtbank oordeelde echter dat de wetgever met de zesmaandentermijn binnen de door hem toekomende ruime beoordelingsmarge was gebleven. De termijn van zes maanden was terecht ingesteld om misbruik van de gunstige tarieven en vrijstellingen te voorkomen. Dat de tweelingbroers door de korte overlevingstijd na de diagnose geen zes maanden meer hadden om alsnog een samenlevingscontract op te laten stellen, was hierbij niet relevant. De rechtbank oordeelde dan ook dat de broers voor de erfbelasting niet als partners konden worden aangemerkt.
Wet: artikel 1a SW
Meer informatie: Rechtbank Gelderland, 2 juli 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:4313
Geef een reactie