Krijgt u als adviseur van uw cliënten wel eens het verzoek privékosten te factureren aan de onderneming of de B.V. van uw cliënt? Dan voldoet u hier natuurlijk aan. De klant is koning en voor u maakt het niet uit, als de cliënt de factuur maar betaalt. Of ligt dit toch genuanceerder?
Wettelijke voorwaarden factuur
In de Wet op de omzetbelasting 1968 staat nauwkeurig omschreven waaraan een juiste factuur moet voldoen. Op de factuur moeten onder meer de datum van uitreiking en de datum van het verrichten van de prestaties staan, een opvolgend factuurnummer, het btw-identificatienummer van zowel de ondernemer zelf als van de afnemer, in geval van een zakelijke afnemer. Ook moeten de naam en adresgegevens van de afnemer staan vermeld en een nauwkeurige omschrijving van de geleverde goederen en/of diensten. Voor aftrek van de in rekening gebrachte omzetbelasting door ondernemers is het belangrijk dat de uitgereikte factuur aan de juiste persoon is gericht.
Ontbreken nauwkeurige omschrijving op factuur
Een voorbeeld waarin een nauwkeurige omschrijving van de verrichte prestaties op de uitgereikte factuur ontbrak, is te vinden in de uitspraak van Hof Den Bosch van 3 juni 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:2189. Een ondernemer had over een jaar advocaatkosten in mindering gebracht op het resultaat uit overige werkzaamheden. Op de facturen van de advocaat staat geen (volledige) omschrijving van de verrichte prestaties door de advocaat. Bovendien had de advocaat ook werkzaamheden verricht voor de echtgenoot van de ondernemer. Daarbij kwam dat de advocaat diverse werkzaamheden had verricht. Het was daardoor niet mogelijk te oordelen of de door de advocaat verrichte werkzaamheden een zakelijk karakter hadden. De ondernemer kon de in rekening gebrachte advocaatkosten niet in aftrek brengen en had daardoor ook geen recht op teruggave van de in rekening gebrachte omzetbelasting.
Europese rechtspraak over de omschrijving op de factuur
Op 15 september 2016 heeft het Europese Hof van Justitie (HvJ) uitspraak gedaan in de zaak Barlis (ECLI:EU:C:2016:690). Hierin staat centraal hoe specifiek de omschrijving op een factuur moet zijn. Barlis had op haar uitgaande facturen omschrijvingen gebezigd als ‘juridische dienstverlening vanaf een bepaalde datum tot op heden’ of enkel ‘Juridische dienstverlening tot op heden’. Is dit voldoende specifiek als de belastingdienst kon nagaan waaruit de werkzaamheden van Barlis hadden bestaan. De Europese BTW-richtlijn schrijft voor dat op de factuur de omvang en aard van de verrichte diensten staan. Het is verplicht de aard en omvang van de verrichte diensten te preciseren, zonder dat die richtlijn voorschrijft op welke wijze de specifieke diensten op uitputtende wijze kunnen worden omschreven. De voorwaarden van de richtlijn moeten gezien worden in het kader van haar doelstelling, namelijk de belastingdienst van een land in staat te stellen te controleren of de verschuldigde belasting is betaald en/of recht bestaat op vooraftrek van de in rekening gebrachte omzetbelasting.
Een factuur met de vermelding ‘Juridische dienstverlening tot op heden’, voldoet niet aan de richtlijn, omdat de begindatum van de periode van afrekening ontbreekt. Wanneer de ondernemer echter aanvullende stukken overlegt met een meer gedetailleerde omschrijving van de betrokken juridische diensten en deze stukken op grond van de richtlijn met een factuur kunnen worden gelijkgesteld, als zijnde documenten die wijzigingen aanbrengen in en specifiek en ondubbelzinnig verwijzen naar de oorspronkelijke factuur, voldoet daarmee de factuur (en overige stukken) aan de voorwaarden van de richtlijn.
Het Hof oordeelt ook nog dat de in rekening gebrachte omzetbelasting aftrekbaar is als aan de materiële voorwaarden daarvoor wordt voldaan, ook als een belastingplichtige niet voldoet aan bepaalde formele voorwaarden. Van belang is of de belastingdienst over voldoende andere gegevens kan beschikken om vast te stellen of is voldaan aan de materiële voorwaarden.
Gevolgen voor Nederlandse wetgeving
Op grond van voornoemde uitspraak van HvJ zou men kunnen stellen dat de Nederlandse wetgever in de Wet op de omzetbelasting 1968 te strenge voorwaarden hanteert voor wat betreft de omschrijving van de werkzaamheden op de factuur. Voorkomen is echter beter dan genezen, zodat u het beste de aard van de werkzaamheden op uw factuur zo nauwkeurig mogelijk kunt omschrijven.
Voorbeeld verkeerde tenaamstelling op de factuur
Een voorbeeld van een verkeerde tenaamstelling van een factuur is te vinden in de uitspraak van 6 februari 2018 van Hof Arnhem-Leeuwarden, ECLI:NL:GHARL:2018:1129. Een B.V. hield zich bezig met het verstrekken van financieel advies en het geven van consultancyadviezen. De aandeelhouders van deze B.V. raakten betrokken bij faillissementen van andere ondernemingen vanwege een aangegaan samenwerkingsverband. Het Openbaar Ministerie verdacht de directeur van de B.V. van faillissementsfraude. De man liet zich bijstaan door een advocaat. Deze advocaat richtte de facturen aan de B.V., die de voorbelasting in mindering bracht. In geschil bij Hof Arnhem-Leeuwarden was of dat terecht was. Het hof oordeelde van niet. De werkzaamheden zagen op de verdediging van de directeur persoonlijk en niet op die van de B.V., deze laatste kon de voorbelasting daarom niet in aftrek brengen.
Gevolgen uitreiking onjuiste facturen
Als u facturen uitreikt met een verkeerde tenaamstelling loopt uw cliënt het risico dat hij uw kosten niet in aftrek kan brengen. Uzelf loopt niet alleen het risico op het krijgen van een boete van de Belastingdienst van maximaal € 5.278, maar bovendien ook op vervolging door het OM vanwege valsheid in geschrifte. Vergeet bovendien niet dat u zelf het risico loopt dat uw cliënt de factuur niet betaalt, als de onderneming of de B.V. van uw cliënt failleert, terwijl uw cliënt zelf wel over voldoende financiële middelen beschikt. Kortom het is ook in uw eigen belang om niet uw medewerking te verlenen aan het verzoek van uw cliënt om zijn privéuitgaven zakelijk te factureren. Bent u lid van een beroepsorganisatie als het RB of NOB dan volgt uit uw lidmaatschap overigens ook al de verplichting de facturen op de juiste wijze uit te reiken.
Wet: Art. 35a Wet OB 1968, art. 67ca AWR en art. 225 Sr
Europese richtlijn: Richtlijn 2006/112/EG (art. 226, punt 6 en 7)
Geef een reactie