Per 1 januari 2013 worden de hoogte en de duur van de Ziektewetuitkering afhankelijk gemaakt van het arbeidsverleden. Uitzendkrachten en mensen met een tijdelijk dienstverband moeten namelijk sneller aan het werk. Dit staat in een wetsvoorstel van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) waarmee de ministerraad heeft ingestemd.
Werknemers met een tijdelijk contract zijn gemiddeld langer ziek dan werknemers met een vast contract. Daarom moeten werkgevers er alles aan doen om mensen sneller aan het werk te krijgen en worden werknemers geprikkeld om sneller aan de slag te gaan. Uitzendkrachten en mensen met een tijdelijk contract krijgen in eerste instantie 70% van hun loon. Dit wordt teruggebracht tot 70% van het minimumloon, afhankelijk van het aantal jaren dat de werknemer heeft gewerkt. Een zieke werknemer heeft maximaal 24 maanden recht op een uitkering. Door de premie te verhogen als meer mensen in de Ziektewet zitten, worden werkgevers gestimuleerd om meer aan preventie en nazorg te doen. Het wetsvoorstel regelt verder dat het UWV al na een jaar ziekte beoordeelt of iemand ander werk kan verrichten. Ook kan het UWV een proefplaatsing doen bij een werkgever voor maximaal zes maanden met behoud van uitkering. Nu is dat nog drie maanden. Tot slot moeten uitzendbureaus vanaf 2013 het loon van hun uitzendkrachten twee weken doorbetalen als ze ziek zijn.
Meer informatie: ministerie van SZW, 9 december 2011, nieuwsbericht
Geef een reactie