Verricht een zoon intensieve zorg aan zijn moeder zonder dat hij hiervoor een zorgmantelcompliment heeft ontvangen? Dan heeft hij geen recht op de hoge partnervrijstelling in de aangifte erfbelasting.
Een zoon verleende tot het overlijden van zijn moeder intensieve zorg aan zijn inwonende moeder. Beiden stonden ook in de gemeentelijke basisadministratie op hetzelfde woonadres ingeschreven. Moeder had op het moment van overlijden een indicatie van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) een indicatie voor intramurale zorg. Bij het indienen van de aangifte erfbelasting deed de zoon een beroep op de hoge partnervrijstelling.
Objectiviteit en controleerbaarheid
In geschil bij Hof Amsterdam is of de zoon recht heeft op de hoge partnervrijstelling, hoewel hij niet aan de wettelijke voorwaarden hiervoor voldoet. De zoon is van mening dat voor het onderscheid in de successiewet tussen personen die wel en personen die niet het mantelzorgcompliment hebben ontvangen geen objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat. Hoewel hij geen mantelzorgcompliment had gehad, kwam hij daar in zijn optiek wel voor in aanmerking. Het hof oordeelt dat het hiervoor genoemde onderscheid niet van redelijke grond is ontbloot. De rechtvaardiging is gelegen in de objectiviteit en controleerbaarheid van de regeling. De regeling is niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Ten overvloede overweegt het hof nog dat de zoon niet in aanmerking kwam voor een mantelzorgcompliment, omdat de moeder op het moment van het overlijden een indicatie van het CIZ had voor intramurale zorg. Voor een mantelzorgcompliment is vereist dat een indicatie voor extramurale zorg moet zijn afgegeven. Het hof berekent de verhouding tussen de verschuldigde erfbelasting ten opzichte van de waarde van het erfdeel van de zoon op 16,6% en vindt dat geen buitensporige last. Het hof verklaart dat het hoger beroep ongegrond is.
Wet: art. 32, lid 1, onder 4’, letter a, SW 1956 (tekst 2013) en art. 19 a Wmo (tekst 2012)
Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam 19 september 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3293
Geef een reactie