Bij discussies met de fiscus over de vraag of een vereiste aangifte wel of niet is gedaan, staat men bewijsrechtelijk sterker met een pleitbaar standpunt. Belangrijk is wel om goed vast te leggen wat dat pleitbaar standpunt is en waarop men dat baseert, aldus mr. Frank Herreveld in de uitzending van TaxTalks van 24 mei 2016.
Om te beginnen is een pleitbaar standpunt anders dan een juist standpunt. Er is sprake van een juist standpunt als er geen andere uitleg mogelijk is. Een pleitbaar standpunt is een geobjectiveerde vorm van een standpunt dat op basis van jurisprudentie, wetgeving en literatuur goed is te verdedigen met droge ogen. Jurisprudentie en wetgeving (ook de parlementaire toelichting) is volgens mr. Frank Herreveld vaak heel lastig. Als bijvoorbeeld de Hoge Raad in een feitelijke situatie zegt dat een bepaling van toepassing is, dan kan de belastingplichtige niet zeggen dat de bepaling niet van toepassing is. Hij kan wel stellen dat de Hoge Raad een onjuist arrest heeft gewezen en dat hij aanwijzingen heeft dat de Hoge Raad de volgende keer om zal gaan. Biedt echter een gezaghebbend auteur een binnen de grenzen van de wet passende oplossing, dan heeft de belastingplichtige een pleitbaar standpunt te pakken.
Het belang van een pleitbaar standpunt
De wet stelt als eis dat de aangifte duidelijk, stellig en zonder voorbehoud moet worden gedaan. Als de vereiste aangifte niet is gedaan, treden de sancties in werking. Neemt een belastingplichtige of zijn gemachtigde (lees: de adviseur) in een aangifte een agressief standpunt in, zonder een pleitbaar standpunt, dan zal de fiscus stellen dat de vereiste aangifte niet is gedaan. En dan komt men in de boete- en bewijsproblemen terecht. Om dit te voorkomen moet de belastingplichtige een pleitbaar standpunt hebben. Maar dat alleen is volgens Herreveld niet voldoende. Volgens Herreveld sta je bewijsrechtelijk veel sterker als je menselijke fouten afdekt met een systeem van kwaliteitsborging. Dit kan bijvoorbeeld met een draaiboek (dit kan ook een afvinklijstje zijn) waarin je vastlegt hoe je een pleitbaar standpunt inneemt in de aangifte. Als er een fout is gemaakt, en mensen maken fouten, dan is het dankzij het systeem van kwaliteitsborging niet zo erg dat de vereiste aangifte niet is gedaan. Zonder een goed vastgelegd pleitbaar standpunt loopt niet alleen de cliënt risico’s, maar ook de adviseur. Hij loopt het risico op de vierde tranche Awb boete wegens medeplegen.
Meer weten over het begrip pleitbaar standpunt, de vierde tranche Awb en de zorgplicht van de adviseur? Sluit nu een TaxTalks jaarabonnement af en ontvang 12 uitzendingen + 10x on demand verdieping voor slechts € 595.
Meer informatie: Taxtalks, 24 mei 2016
Geef een reactie